Centraal in de Tora staat de radicaliteit van de liefde.
Als je iemand een boek wil aanprijzen, dan moet je kunnen zeggen waarover het gaat. Of als je een film hebt gezien en je wilt iemand anders overtuigen om ook te gaan kijken, dan moet je weten waarover het ging.
Een wetgeleerde komt Jezus’ kennis van de Tora op de proef stellen: “Waarover gaat het in de wet, Jezus?”
De Tora, de wet van Mozes, is een verzameling van meer dan zeshonderd wetten, zonder veel samenhang voor wie er niet intens mee bezig is. Vandaar de vraag van de wetgeleerde: welk voorschrift is het belangrijkste in de hele wet. Uit het antwoord zal blijken of Jezus de Tora kent.
Jezus haalt er twee wetten uit en brengt die in verband met elkaar: liefde voor God, liefde voor de mensen en die twee zijn evenwaardig. Dat kan alleen iemand zeggen die veel van de wet kent.
Van Jezus weten we dat Hij naar die samenavtting leefde, radicaal en met volgehouden inzet: liefde voor God en liefde voor de mensen. Dat is de kern van zijn leven en daarom ook van ons geloof.
Een boek of een film samenvatten in één of enkele zinnen is meestal niet eenvoudig. Ons geloof samenvatten is dankzij Jezus wel gemakkelijk: houden van. Nu er ook nog naar leven!