Jezus kiest positie in de discussies over de interpretatie van de Tora. Hij zuivert en radicaliseert om Gods wil opnieuw in de focus te brengen.
Het is jullie zeker al opgevallen hoe vaak journalisten dezelfde vraag stellen, om het even wie ze interviewen: “Wat moet ik mij daarbij voorstellen?” Dat klinkt zo: “Er is storm op komst; wat moet ik mij daarbij voorstellen?” Of anders: “Er komen meer trajectcontroles om snelrijders te betrappen; wat moet ik mij daarbij voorstellen?”
Zoiets moeten de mensen ook Jezus gevraagd hebben. “Jij hebt een eigen standpunt in de discussie over de bepalingen in de Tora over geld lenen; wat moet ik mij daarbij voorstellen, Jezus?” Iemand anders vraagt: “Ik heb gehoord dat je een eigen visie hebt over de bepaling in de Tora over omgaan met je vijanden; wat moet ik mij daarbij voorstellen, Jezus?”
En Jezus antwoordt. Hij legt de diepe betekenis van de Tora uit. De bedoeling van de wet is dat we Gods wil ontdekken en die ook trachten te beleven. De wetten zijn richtingwijzers. Daarom boort Jezus naar de diepe betekenis van de wet en dan radicaliseert Hij.
“Als iemand je beledigt met een mep in je gezicht, bied dan je andere wang aan,” zegt Jezus. Zo stopt het geweld en zo gebeurt Gods wil dat er vrede is voor iedereen. De Tora wil buitenissig geweld beperken: een oog om een oog; vergelding mag niet méér zijn. Jezus gaat verder: neem gewoon helemaal geen wraak. Dan gebeurt Gods wil van liefde.
Wat moet ik mij daarbij voorstellen? Als ik die vraag hoor, denk ik bij mezelf: niets, je moet je daar niets bij voorstellen. Maar dat is niet de bedoeling, natuurlijk. Wij mogen ons die vraag wel degelijk stellen om op het spoor te komen wat God wil. In deze situatie, wat zegt het evangelie mij, wat moet ik mij voorstellen hoe Jezus zou doen?