De belijdenis van ons geloof is niet voldoende. Er moeten ook daden van geloof komen.
Veel mensen zijn geboeid door online games. Dat kan zo ver gaan dat ze nauwelijks weten wat om hen heen gebeurt. Mogelijk zou de eerste zoon uit de evangelielezing zo iemand kunnen geweest zijn: hij antwoordt ‘ja’ maar is zo gebonden aan zijn spel dat hij niet doet wat hij heeft beloofd.
Jezus past de vergelijking met de twee zoons toe op de oudsten van het volk en op de hogepriesters. Zij hebben de daden van Johannes de Doper gezien, daden van gerechtigheid, daden van bekering en van geloof. Maar toch hebben zij geen geloof geschonken aan Johannes, want hij behoorde niet tot hun kaste. Johannes werd als een ongevaarlijke profeet uit de woestijn beschouwd.
De zoon die uiteindelijk wel gaat werken in de wijngaard van zijn vader wordt als model erkend. Die erkenning staat in tegenstelling met de afwijzing van Johannes de Doper en later de afwijzing van Jezus zelf. De oudsten en de hogepriesters zijn zo overtuigd van zichzelf en zo met zichzelf bezig dat ze iedereen die anders is afwijzen, zelfs als die daden van geloof kan tonen.
Gamers kunnen zo in hun eigen wereld zitten, dat ze contact met de werkelijkheid verliezen. We kunnen allemaal aan iets vastzitten dat ons hindert om dfaden van gerechtigheid te doen. Nochtans is dat wat Jezus verlangt.