Niet wat mensen denken en zeggen, moet ons leiden. Wat God wil, is van belang.
Heb je de ogen van een vlieg al eens goed bekeken? Waarschijnlijk niet, ik ook niet. Vliegen hebben facetogen met naar het schijnt duizenden piepkleine lenzen die naar alle kanten kijken. Al die kleine beeldjes vormen samen het beeld dat een vlieg van de omgeving heeft.
Waarom hebben wij geen facetogen? We zouden veel meer tegelijk kunnen waarnemen, naar meer mensen tegelijk kunnen kijken.
“Met oog voor iedereen” wil niet zeggen dat niets ons mag ontgaan. “Met oog voor iedereen” nodigt uit om te kijken zoals Jezus. We krijgen daarvan een mooi voorbeeld in het evangelie van vandaag. Vorige zondag hoorden wij Petrus zeggen dat Jezus de Christus is, de Verlosser. Meteen noemde Jezus hem de steenrots. Vandaag begint Jezus zijn leerlingen voor te bereiden op wat komen gaat: de Messias, de Christus zal veel moeten lijden, anders kan Hij niet de Messias zijn. Hij moet trouw zijn, doorzetten, het doel voor ogen houden. Dat is wat God wil.
Petrus reageert menselijk: dat mag niet, dat kan niet, dat zal niet gebeuren. Jezus wijst hem terecht. Wat God wil, dat drijft hem. Dat is zijn manier van kijken en denken, van horen en reageren. Jezus laat zich leiden door onvoorwaardelijke liefde voor iedereen. Dat zou ons moeten aanspreken en aantrekken.
“Met oog voor iedereen” is een slogan, een titel. Laten we niet teveel met onszelf bezig zijn, met onze gemeenschap te organiseren, met inwendige evenwichten te zoeken. Wij moeten de kerk niet opbouwen; wij moeten kerk zijn! Dat leidt ons naar buiten, naar mensen die we nog niet kennen, naar de kwetsbare en beproefde mensen om hen te ondersteunen en te beminnen. Daar zijn geen facetogen voor nodig; wij zijn geen vliegen. Daar zijn mensen voor nodig met een goed hart en met oog voor iedereen.