Jezus prijst de rentmeester die het geweer van schouder verandert. Hij zou willen dat zijn leerlingen met gelijkaardige creativiteit en inzet een netwerk opbouwen.
De laatste jaren spreken wij van “sociale media” of “sociale netwerken”. Gelukkig zijn die digitale gemeenschappen sociaal. Er zijn immers andere netwerken: commerciële verbanden, drugsbendes, terroristische organisaties, enzovoort.
Jezus heeft het over netwerken. In zijn tijd mochten joden geen rente vragen als ze aan iemand van de eigen gemeenschap geld leenden. Om dat verbod te omzeilen werd op de schuldbrief een hoger bedrag vermeld als het ontleende geld. Een rentmeester beheerde tegoeden van zijn meester en had waarschijnlijk een nog hoger bedrag op de schuldbrieven geschreven. Dat misbruik werd aangeklaagd en de rentmeester verliest zijn positie. Hij valt uit het netwerk van zijn meester.
Vorige zondag zagen we de verloren gelopen zoon zonder netwerk vallen. Hij keert terug naar zijn vader. De evangelist zegt: hij dacht bij zichzelf. Nu horen we dat opnieuw. De rentmeester denkt bij zichzelf hoe hij in een ander netwerk kan thuiskomen. Hij beslist om de schuldbrieven te herzien en correct in te vullen. Daarmee verwerft hij zich vrienden. Hij blijft ontslagen, maar hij voelt zich opgenomen in een weefsel van nieuwe vrienden.
Jezus vraagt zich af waarom zijn leerlingen - en waarom wij - niet ook overleggen. Wat kunnen wij doen om Gods netwerk uit te breiden en om meer mensen in zijn liefde te laten thuiskomen?
Digitale sociale netwerken zijn soms keihard, maar de bedoeling is sociale verbondenheid creëren. Welke middelen gebruiken wij en welke wegen zoeken wij om Gods netwerk uit te bouwen?