RANDFIGUREN

Jezus trekt naar Galilea, het gebied van de heidenen. Hij wordt daardoor een randfiguur. Jezus kiest vissers als zijn leerlingen. Ook zij zijn randfiguren.

Sommige mensen hebben het gemakkelijker om te overleven dan anderen. Dat heeft met veel oorzaken te maken. Er zijn plaatsen in de wereld waar meer kansen voor het grijpen liggen, dan op andere plaatsen.

In Jezus’ tijd stond Galilea niet hoog aangeschreven. Je kon maar beter in Jeruzalem, of in Athene, of in Rome opgroeien. Ook de havensteden aan de Middellandse Zee boden perspectieven. Maar Galilea, het gebied van de heidenen, had niet veel te betekenen.

Jezus vestigt zich in dat gebied en Hij maakt zichzelf daarmee tot een randfiguur. In zekere zin heeft Hij in Galilea minder kansen om het jodendom van binnenuit te veranderen, dan in Jeruzalem. Maar het is in de rand, in Galilea dat Hij zuiver en vrij kan ontdekken wat zijn zending is.

Jezus roept vissers om met hen groep te vormen. Ook dat zijn randfiguren. Het waren meestal ongeletterde mensen die totaal afhankelijk waren van de natuurelementen om te leven. Een hard bestaan dat vaak meer overleven dan leven was. Hij roept hen weg van hun oever om mensenvissers te worden.

Maatschappelijk gezien worden wij, christenen, randfiguren. Eeuwenlang hebben wij het voor het zeggen gehad; nu worden we naar de rand van de samenleving gedrongen. Dat op zich moet ons niet verontrusten. Jezus was een randfiguur en Hij koos randfiguren als zijn apostelen.