De rijke overlegt ‘bij zichzelf’. Hij houdt geen rekening met andere mensen. Niet dat hij rijk is, is fout, maar dat hij niet deelt en geen rekening houdt met anderen is verkeerd.
Enkele weken geleden mocht ik mee uit eten. De man die ons aan tafel kwam bedienen stelde een suggestie voor. Het was een gerecht uit een verre cultuur met een persoonlijke toets van de eigen chef. Ik ben gewoonlijk niet uit op avonturen; de Vlaamse keuken biedt genoeg afwisseling. Maar de man sprak met zoveel overtuiging, dat ik toegaf. Ik heb het mij niet beklaagd.
Je voelt het vuur dat in iemand brandt, maar je voelt even goed als dat vuur er niet is. Aan de buitenkant is het allemaal in orde, maar je mist de binnenkant.
Dat is zo met de rijke man in het stukje evangelie van vandaag. Hij heeft hard gewerkt en dat heeft hem geen windeieren gelegd. De sleutelwoorden in deze tekst zijn: hij overlegde bij zichzelf... De man zit daar met zijn weelde en denkt er niet aan te overleggen met zijn vrouw, of rekening te houden met zijn personeel. Laat staan dat hij eraan denkt om voor arme mensen iets te doen. Hij denkt alleen aan zichzelf.
Niet dat hij rijk is, is fout, maar dat hij niet deelt en geen rekening houdt met anderen is verkeerd. De buitenkant - de overvloed van het harde werk - is in orde. Het ontbreekt de man aan innerlijke bezieling om met die weelde iets te doen.
Ik heb de kelner bedankt voor zijn juiste suggestie. Ik zag dat hij daar zijn eer in vindt. Het maakt verschil. Laten wij geen louter uiterlijke christenen zijn maar onze eer vinden in oprecht, diep geworteld geloof. Rijk zijn, diep van binnen.