De vreemdelingen bij Jezus’ geboorte staan symbool voor alle volkeren die bij de Heer welkom zijn.
Herman Van Veen begint aan een nieuwe tournee. Hij trekt door Vlaanderen en Nederland en daarna nog door enkele Europese landen. Zoiets wordt met moderne media aangekondigd en binnen de kortste keren zijn de zalen uitverkocht. De fans weten hem te vinden.
Als God zich wil laten kennen aan de volkeren, gebruikt Hij niet dezelfde media. Hij gebruikt daarvoor een verhaal. Het past helemaal in de verzameling gebeurtenissen bij de geboorte van Jezus en het is als het ware een tweede kerstmis.
Wijzen uit het Oosten komen de pasgeboren ‘koning van de Joden’ zoeken en bezoeken. Zij zijn onderweg, op weg, zelfs tot in het buitenland. Dat steekt af tegen de gezagsdragers in Jeruzalem. Zij steken de neus in de boeken en smeden plannen om het Kind te doden, maar ze blijven zitten en zullen de messias niet te zien krijgen. De heidense vreemdelingen vinden Jezus; de Joden niet. God is er voor iedereen.
De magiërs laten zich door Gods plan leiden en keren langs een andere weg terug. Herodes kent enkel zijn eigen plan en dat leidt tot de dood van onschuldige kinderen.
Er zit een lijn in dit verhaal. De mensen die God zoeken, zullen hem vinden - niet in Jeruzalem, de kant van de macht, en niet waar de dood regeert. Alle mensen kunnen God vinden, ieder volk mag er zijn.
Herman Van Veen en andere vedetten weten hoe ze hun fans moeten bereiken. Dat God zich laat vinden door wie hem zoeken en dat mensen van overal naar hem komen, is een boodschap die niet anders te vatten is dan met het verhaal van ons geloof. Mensen van overal zijn bij de Heer welkom. Laten we daarvan getuigen.