Jezus bidt om eenheid, onder elkaar en vooral met de Vader.
Iemand in de klas of op de speelplaats pesten, doet pijn. Misschien dat degene die pest er nog een pleziertje aan beleeft, maar degene die gepest wordt, heeft alleen pijn en verdriet. Als vrienden met elkaar omgaan, doet iedereen plezier. Bij de volwassenen is dat ook zo. “Zo klinkt het niet, zo botst,” zegt men soms en dan mag je je eigen mening ronduit uitblazen. Maar helaas, het botst soms hard als het klinkt.
Jezus bidt om eenheid onder zijn leerlingen en onder de mensen die door hen tot het geloof komen. Die eenheid gaat verder dan vriendschap en gaat verder dan vermijden van pesten en meningsverschillen.
Jezus geeft zijn verbondenheid met de Vader als voorbeeld voor wat Hij bedoelt. Hij en de Vader zijn één. Jezus bidt dat wij zo ook één zijn, met hem, met de Vader en met elkaar. Die eenheid ontstaat uit liefde. Daar kunnen wij voor kiezen of niet voor kiezen.
Pesten doe je niet toevallig; iemand kwetsen door je mening uit te spuwen, doe je niet stommelings. Je kunt daarvoor kiezen, of niet. Laten wij kiezen voor eenheid en verbondenheid, zoals Jezus en de Vader één zijn.