Het broodwonder is als een ode aan Gods liefde: Hij geeft overvloed aan iedereen die komt.
“Voor het lijden van de ziel zijn er maar twee geneesmiddelen: Hoop en Geduld.” Dat is een uitspraak van Pythagoras, een Griekse filosoof die in de zesde eeuw voor Christus leefde. Wie deze poëtische woorden hoort, geeft Pythagoras gelijk of spreekt hem tegen, maar niemand gaat naar de apotheek om een doosje ‘geduld’ en een flesje ‘hoop’ te kopen.
We weten wat poëzie is en hoe we met die teksten omgaan. Waarom nemen wij de wonderverhalen uit de Bijbel dan zo gemakkelijk letterlijk? Kunnen wij die niet lezen zoals ze bedoeld zijn? Waarom altijd die vraag: hoe kan dat; is dat echt gebeurd?
Neem nu het broodwonder waarover het evangeliestukje van vandaag gaat. De boodschap is niet dat Jezus een wonderdoener was en dus de moeite waard om na te volgen. De evangelist zegt dat Jezus door medelijden bewogen was toen Jezus de mensen zag.
Jezus geeft alles, overvloedig in woorden en daden. Hij zal uiteindelijk letterlijk zijn leven geven. De hongerige mensen die geen uitweg zien uit hun begrensde leven, toont Hij een weg ten leven. Het is de weg van gegeven leven, van overvloedig gezaaid plantgoed, van zin zoeken en vinden als een kostbare parel en ja, het is de weg van gebroken brood en gedeelde vis.
Wie Jezus daarin navolgt, vindt betekenis en zin en ontsnapt aan de eindigheid van ons karige bestaan.
Pythagoras is vooral bekend omwille van zijn wiskundige stelling waarmee hij een verband tussen de lengten van de zijden van een rechthoekige driehoek geeft. Maar Pythagoras kon onderscheid maken tussen wiskunde en filosofie. Laten wij zo het broodwonder lezen met de juiste bril op. Jezus toont een weg ten leven, de weg van gedeeld brood en vis. Dan is er overvloed voor iedereen.