We staan aan de drempel van Kerstmis. Het licht van de ster van Bethlehem lijkt in deze dagen alleen maar helderder te schijnen. Het verlicht niet enkel de kribbe, maar werpt ook zijn zachte gloed over het jaar dat achter ons ligt: een jaar dat we samen hebben beleefd als christengelovigen.
Het voorbije jaar was een Jubeljaar: een tijd van genade, van hernieuwde toewijding en, voor mij persoonlijk, een tijd van dankbare reflectie over het voorrecht om u te mogen dienen als pastoraal coördinator.
Een Jubeljaar nodigt ons uit om niet alleen vooruit te kijken, maar ook even stil te staan bij wat gegroeid is. De Kerk spreekt dan over de ‘oogst’. En die oogst mogen we met dankbaarheid erkennen. We hebben onze deuren verder opengezet en mochten nieuwe gezichten verwelkomen in onze geloofsgemeenschappen en werkingen. Het woord Jubeljaar roept het beeld op van de bazuin die bevrijding, herstel en terugkeer aankondigt. Mijn hoop en gebed is dat dit jaar voor velen zo heeft geklonken: als een verlichting van wat zwaar woog, als een hernieuwde verdieping van het geloof en als een terugkeer naar de stille vreugde van onze roeping als gedoopte mensen.
Met die dankbaarheid in het hart kunnen we niet naar de kribbe kijken zonder ook stil te staan bij de mensen die dit alles mogelijk maakten. Geen enkele coördinator, geen enkele herder, kan de weg alleen gaan. Kerk-zijn is altijd een gedeelde opdracht.
Daarom wil ik in het bijzonder pater Juan Carlos en alle meewerkende priesters danken voor hun gezamenlijke leiding, hun geestelijke nabijheid en hun onvermoeibare inzet voor de sacramenten en voor mensen. Hun trouwe priesterlijke dienst vormt de levende hoeksteen waarop al ons pastoraal werk rust. Door telkens opnieuw het mysterie te vieren, houden zij de bron van ons geloof levend.
Diezelfde geest van gedeelde verantwoordelijkheid herken ik elke dag opnieuw in de zoneploeg: Hans, Marie, Ruben, Patrick, Annemie en Guy. Jullie zijn de handen en voeten van Christus in de vele kleine en grote schakels van onze pastorale zone. Met professionaliteit, geduld en een gedragen geloof maken jullie van samenwerking geen last, maar een zegen. Voor die verbondenheid en inzet ben ik oprecht dankbaar.
En dan zijn er nog de vele vrijwilligers, vaak op de achtergrond, maar onmisbaar. Jullie zijn het kloppend hart van onze geloofsgemeenschap. Of het nu gaat om zingen in het koor, koffie schenken na de viering, catechese geven, zieken bezoeken of het altaar voorbereiden... in al die taken wordt het Evangelie zichtbaar en tastbaar. Elk warm moment van verbondenheid in dit Jubeljaar draagt jullie handtekening. Dankzij jullie leeft de katholieke gemeenschap in Leuven.
Wanneer we Kerstmis vieren, vieren we de menswording: God die ervoor kiest om ons nabij te zijn, om onder ons te wonen. Dat mysterie nodigt ons uit om niet bij onszelf te blijven stilstaan. Het nieuwe jaar daagt ons uit om die nabijheid ook zichtbaar te maken, vooral voor wie kwetsbaar is, voor wie eenzaam is of dreigt uit de gemeenschap te verdwijnen.
Ik ben ervan overtuigd dat onze weg vooruit vooral zal groeien uit verdere samenwerking tussen de verschillende geloofsgemeenschappen binnen onze pastorale zone. Wanneer we onze krachten bundelen en elkaars engagement versterken, kunnen we beter antwoord geven op de nood en het verlangen van mensen die zich alleen of vergeten voelen.
Die overtuiging krijgt in het komende jaar concreet gestalte in een gezamenlijke inzet voor nabijheid. We willen bewust op weg gaan naar zusters en broeders die niet langer vanzelfsprekend kunnen deelnemen aan het gemeenschapsleven: mensen die aan huis gebonden zijn of verblijven in een woonzorgcentrum. Door tijd te maken, door te luisteren en door eenvoudige aanwezigheid willen we hen laten ervaren dat zij blijven meetellen en verbonden zijn met onze geloofsfamilie. Tegelijk zoeken we samen naar manieren om de eucharistie voor hen bereikbaar te houden, via vervoer naar de zondagsviering waar mogelijk, of door de heilige communie bij hen thuis te brengen. Zo wordt het Kerstmysterie concreet: wanneer zowel de gemeenschap als de eucharistie hun weg vinden naar wie anders dreigt geïsoleerd te raken.
Nu overal lichtjes worden aangestoken, wordt ook onze gezamenlijke opdracht helder. Pastoraal werk gaat in wezen over het laten doorwerken van de menswording, hier en vandaag. Het vraagt dat we bereid zijn stem en aanwezigheid te zijn, ook (en misschien vooral) daar waar het stil wordt.
Wanneer we dit Jubeljaar afronden en vooruitkijken naar wat komt, mondt mijn overweging uit in een eenvoudig maar intens gebed: mogen wij zo vervuld zijn van verwondering over Gods nabijheid, dat onze inzet in het nieuwe jaar geen plicht wordt, maar een vanzelfsprekende uitdrukking van dankbaarheid voor de God die ons zo liefhad dat Hij één van ons werd.
Ik kijk ernaar uit om ook in 2026 samen verder te gaan, in een geest van eenheid en vertrouwen, en in het bijzonder via deze zo nodige weg van nabijheid.
Lees verder onder de foto’s
Dank u voor uw geloof, voor uw vertrouwen en voor de genade om samen met u op weg te mogen zijn. Moge de vrede van Christus – onze pasgeboren Koning en onze eeuwige Herder – met u en uw families zijn deze Kerstmis.
Laten we deze hoopvolle waarheid meenemen het nieuwe jaar in: elke daad van belangeloze liefde is een ontmoeting met God zelf. “En de Koning zal hun antwoorden: Voorwaar, Ik zeg u: al wat gij gedaan hebt voor een van deze geringsten van mijn broeders en zusters, dat hebt gij voor Mij gedaan.” (Matteüs 25,40)
Ik wens u allen een zalig Kerstfeest!
John Steffen Pastoraal coördinator Leuven aan de Dijle