We vierden met velen in de Sint-Michielskerk kerstavond en kerstdag, tweetalig (Nederlands-Spaans). Juan Carlos en Bert gingen voor. We vierden met jong en oud, met licht, lied, en woord en gebaar, in verbondenheid. We vierden dat God tot ons kwam in een weerloos kind, dat licht brengt in deze duistere tijden, vrede, hoop en toekomst. We wensten elkaar een zalig kerstmis en op kerstavond was dat ook met een drankje en veel lekkers, ieder had wat meegebracht om te delen.
Vóór de viering, verwachtingsvol, alles staat klaar, ons hart is open.
Hemelen zingen van vreugde, alleluia want in het leven van jou en mij glanst de glorie van God.
In het kind in de kribbe is God tot ons gekomen, en sindsdien gaat God met ons op weg, naar de toekomst die God ons wil geven: naar vrede en gerechtigheid, naar geluk en diepe vreugde die we alleen van God kunnen ontvangen.
Want waar de sterre scheen is plaats voor iedereen. Iedereen bracht een lichtje naar voor, bij het altaar, bij de kribbe in de kerststal. In deze kerstnacht schijnt immers Gods licht in de duisternis dat ons de weg toont naar Jezus, geboren onder ons als een weerloos kind.
In verbondenheid, als kinderen van dezelfde God die onze Vader is, bidden we het Onze Vader.