Koningsdag
Op 15 november vroeger het feest van de dynastie genoemd
In de Sint- Vedastuskerk werd een zinvolle, feestelijke eredienst gehouden met als hoofdthema WIJSHEID.
Het feestgevoel zat er direct in, dank zij het prachtige intrede- orgelspel.
Deken Johan heette iedereen hartelijk welkom: de afvaardiging van de gemeenteraad, de mensen met een speciale verantwoordelijke functie en de weinige gewone burgers.
“Op dit feest van de koning zijn wij hier samen om te bidden en te luisteren naar Gods woord en Hem te danken voor al zijn gaven, om Hem te vragen zorg te dragen voor land en volk en voor allen die ons regeren”.
Er werden mooie, goed gekozen liederen gezongen tussen de gebeden door, onder meer toen het licht ontstoken werd: ’Licht dat ons aanstoot in de morgen, voortijdig licht waarin wij staan. Koud, één voor één en ongeborgen, Licht overdek mij, vuur mij aan…’
De schriftlezing kwam uit het eerste boek van de Koningen (hoofdstuk 3): het gaat over koning Salomo, de zoon van koning David, nog zeer jong en onervaren, aan wie God in een droom verscheen. Salomo vroeg de Heer niet om rijkdom of macht, maar om een opmerkzame geest, zodat hij Gods volk zou kunnen besturen en onderscheid maken tussen goed en kwaad. Omdat Salomo dit vroeg, naar het vermogen om te luisteren en te onderscheiden tussen recht en onrecht, zou God zijn wens vervullen en hem daarbij zoveel rijkdom en roem geven dat geen enkele andere koning hem tijdens zijn leven zou evenaren…
We zongen psalm 72: ‘Voor kleine mensen is Hij bereikbaar, Hij geeft hoop aan de rechtelozen, hun bloed is kostbaar in zijn ogen, Hij koopt hen vrij uit het slavenhuis’.
Uit de homilie noteer ik vooral wat WIJSHEID inhoudt:
Er wordt zelden of nooit naar verwezen in de Grondwet of in andere wetteksten. Het is evenmin een juridisch begrip. Een vreemd begrip in onze samenleving, in onze menselijke omgang. Wellicht willen we het toch graag horen: dat men ons als wijze vrouw, als wijze man beschouwt. Dat we met wijsheid een keuze, een beslissing hebben genomen. Dat er met wijsheid bestuurd en geregeerd wordt.
WIJSHEID gaat over meer dan ‘gezond verstand’, houdt een zekere bekwaamheid in: bekwaam zijn om te luisteren, met aandacht, respect en welwillendheid. Bekwaam zijn om een zicht op het geheel te bewaren en te onderscheiden; niet alleen eigen belang en interesse vooropstellen, maar het algemeen welzijn voor allen blijven bevorderen en zien.
De gave van onderscheiding is iets heel kostbaars. Allereerst in ons persoonlijk leven: wat doe ik met mijn leven, wat geeft zin en betekenis aan mijn leven, voor wie of wat zet ik me in, waar en hoe probeer ik de kleine goedheid bij mensen te brengen?
Ons antwoord, onze onderscheiding kan het leven en samenleven mooier en hartelijker maken, maar is niet alleen kostbaar in ons leven als burger, maar ook in de manier waarop verantwoordelijkheid genomen, en politiek bedreven wordt.
Ook hier gaat het om fundamentele keuzes:
Wat is goed en betekenisvol voor de samenleving? Ook hier geldt het onderscheid tussen eigen belang, het belang van die of die groep en algemeen belang. Het zijn vandaag- in een geglobaliseerde wereld- moeilijke en delicate vragen. Ook vandaag kan het algemeen belang niet herleid worden tot het belang van eigen volk of natie alléén (-). Wie wij ook zijn, laten we onze verantwoordelijkheid met WIJSHEID ter harte nemen. ‘Geef mij een opmerkzame geest, Heer, om een onderscheid te maken tussen goed en kwaad, tussen recht en onrecht. Laat mij zien hoe mijn zorg voor het algemeen welzijn dienstbaar kan zijn aan de mensheid’.
De voorbeden waren eerder opmerkelijk op 15 november: er werd voor iedereen gebeden, niemand werd vergeten:
Bidden wij voor onze koning Filip, dat God hem zegent met wijsheid en daadkracht, en hem ondersteunt in zijn inspanningen voor de samenhorigheid van allen die in dit land wonen.
Voor de leden van de koninklijke familie, de politici en beleidsvoerders, voor werkgevers en werknemers, voor onze gezinnen, voor alleenstaanden en ouderen…
Ubi caritas et amor est, ubi caritas, Deus ibi est.
TE DEUM LAUDAMUS: na de aanhef speelde het orgel een kort feestelijk tussenspel, als overgang naar de Nederlandse lofzang: ‘U, Heer zij lof gebracht, U klinkt ons feestlied ter ere. Wat Gij, Almachtige, veilig behoudt, komt U eren. Al wat Gij geeft, alles wat ademt en leeft wil U, zijn oorsprong, vereren(-). Daarom Heer, smeken wij: wil Uw getrouwen bewaren, die Gij door ’t Nieuw Verbond van eeuw’ge dood wilde sparen. Zegen Uw volk, zegen het volk van Uw Naam, leid het in eeuwigheid. Amen’.
Na het gebed als zending werd er speciaal voor onze koning gebeden:
‘God, allen die gezag dragen zijn geroepen om U ten dienste te staan. Laat uw dienaar, onze koning Filip zijn functie zó uitoefenen dat zijn dienstwerk allen ten goede komt, geef dat hij luistert naar wat Gij wilt en duurzame vrede en vrijheid nastreeft voor zijn volk en zijn land.
Door Jezus Christus, uw Zoon en onze Heer. Amen.
Na de zegen weerklonk het Vaderlands Lied, de Brabançonne, gevolgd door De Vlaamse Leeuw. Daarmee speelde het orgel het volk hulde en eer toe.
En dat spreekt nog altijd aan, hoe globaal en multicultureel we ook geworden zijn of misschien net niet. Of je nu fan bent van het koningshuis of niet: het blijft een vaste waarde, in de woelige onderhandelingen die doorheen de jaren, en zeker dit jaar, eigen zijn aan ons land.
Annie Vandewalle.
FOTOALBUM KONINGSDAG 2024
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.