Jubeljaar 2025: Pelgrims van hoop!
Zaterdag 5 oktober: feestelijke startviering in de Sint- Vedastuskerk.
‘Van harte welkom, blij dat je er vandaag bij bent.’
Samen: tocht- en bondgenoten uit het decanaat Menen, gaan we met HOOP het nieuwe werk- en jubeljaar in, als VERY IMPORTANT PILGRIM.
Het werd een echt plechtige viering, met heel veel priesters, kerkmensen, misdienaars en vooral veel gelovigen uit de 4 pastorale eenheden in ons decanaat.
Het thema van de viering was HOOP en dat werd geïllustreerd in de zinvolle teksten, het feestelijk orgelspel en de goed gekozen liederen. Dankzij een korte repetitie vooraf konden we de meeste liederen vlot meezingen, wat voor een echt samenhorigheidsgevoel zorgde. Opmerkelijk toch voor deze tijd: nogal wat Latijnse gezangen.
‘Vrede voor jou, hierheen gekomen, zoekend met ons om mens te zijn. Jij maar alleen, jij met je vrienden, jij met je last, verborgen pijn: vrede, genade, God om je heen, vergeving, nieuwe moed, voor jou en iedereen…’ Dit werd het intredelied.
Er werd gevraagd om te blijven rechtstaan tot na het openingsgebed, wat voor sommige oudere kerkgangers niet vanzelfsprekend was.
Het Kyrie werd gezongen, alsook de lofzang ‘Jubilate Deo, cantate Domino. Het openingsgebed ‘Maak ons bereid om met U mee te gaan en voor elkaar een teken van hoop te zijn.’
De eerste lezing kwam uit het boek Daniël: één van zijn talrijke griezelige visioenen, met de bijzondere betekenis van het cijfer 4: 4 winden, 4 grote, vreselijke dieren, rivieren van vuur… En daarboven uit: Hij aan wie alle volken, stammen en talen hulde brachten.
De tussenzang: Uw zachte vriendelijke kracht die ons van ver tezamen bracht, bewerk ons in vertrouwen. Uw vrede, goedheid, overvloed, Uw liefde die ons zingen doet, een nieuwe wereld bouwen…
De tweede lezing uit 2 Petrus 1, 16-16: ‘Ik heb met eigen ogen zijn macht en majesteit gezien. Ik was bij Hem op de heilige berg toen hij straalde van de heerlijkheid die God, zijn Vader Hem had gegeven. Ik hoorde een machtige stem uit de hemel zeggen: “Dit is mijn geliefde Zoon.” Wij zijn nu nog zekerder dat het waar is wat de profeten hebben gezegd. Hun woorden verlichten ons innerlijk, tot dan de Morgenster opgaat in ons hart.’
Terwijl het evangelieboek plechtig naar voor werd gebracht, zongen we de acclamatie enkele keren samen: Laudate Dominum, omnes gentes, alleluia!
Het evangelie kwam uit Marcus 9, 2- 10, het verhaal dat we allemaal kennen: Jezus ging de hoge berg op. Petrus, Jacobus en Johannes mochten met Hem mee. Het gezicht van Jezus veranderde… De leerlingen zagen ook Elia en Mozes met Jezus praten. “laten we 3 hutten bouwen”… Uit een wolk kwam een stem: “Hij alleen is mijn Zoon, luister naar Hem!” Jezus zei:” Jullie mogen met niemand hierover praten. Eerst moet de Mensenzoon opstaan uit de dood…”
Het ‘Laudate Dominum (Taïzé) werd hernomen.
Dan volgde de homilie.
‘Waar ben je?’
Het is de eerste vraag die in de Bijbel gesteld wordt wanneer Adam en Eva zich uit schaamte verstoppen in de tuin van Eden. Het is geen vraag naar nuttige informatie, maar een uitnodiging om tevoorschijn te komen. Wanneer wij hier vandaag samen zijn bij de start van het nieuwe jubeljaar, dan is dit ons antwoord op de vraag: ‘Waar ben je?’: ALS PELGRIMS VAN HOOP willen we staan in het licht van Gods liefde, van zijn barmhartigheid. En we geloven dat het nu ’t moment is om samen de toekomst tegemoet te gaan. Een nieuwe verbondenheid komt er niet met vragen als: waarom hou je zo hardnekkig vast aan wat altijd is geweest? Of: waarom blijf je je verstoppen rond de eigen kerktoren? Of: waarom ben je doof voor het verhaal van de ander? Of: waarom blijf je zoeken naar oplossingen om een oud kerkmodel in stand te houden?
‘Waar ben je?’ is vragen naar ‘Waar maak jij je zorgen over? Hoe probeer je creativiteit in het geloof te delen met anderen? Waar vind jij tocht- en bondgenoten om samen te bouwen aan een vernieuwend model van kerk- zijn?
De antwoorden op deze vragen vertellen aan elkaar wie we zijn. De vragen lokken ons ‘uit ons kot’ om ons te laten zien zoals we zijn, bereid om te groeien in verbondenheid en samen woorden te vinden om een nieuw verhaal te schrijven. Laten we elkaar aanmoedigen niet bang te zijn om gezien te worden zoals wij zijn, laten we niet bang zijn onze vreugden en zorgen samen te delen.
Hoe kunnen wij, als pelgrims van hoop, groeien in het luisteren? En hoe kan ons luisteren bijdragen aan een kerkgemeenschap die toekomst in zich draagt?
Daar, boven op de berg, mogen de leerlingen thuiskomen bij Jezus en bij elkaar. Elkaar liefhebben is mogen thuis zijn en mogen thuiskomen bij elkaar. Ouders en grootouders weten dat maar al te goed. Ook wanneer je kind of kleinkind wegen gaat die je niet had voorzien, toch blijft hij of zij altijd welkom thuis, want het blijft jouw kind, jouw kleinkind. Thuis is de uitgestoken hand, de hand van barmhartigheid die de ander de ruimte geeft en de ander weer in het centrum plaatst.
Hoe mooi zou het niet zijn om als pelgrims van hoop meer thuis te komen bij Jezus…
Samen mogen wij een thuis maken, een nieuwe verbondenheid doorheen alle diversiteit die er vandaag is. Zo wordt de broederlijkheid de mooiste getuigenis van ons kerk- zijn. Luisteren naar Jezus: het is groeien in een waarachtige vriendschap. Jezus had aandacht en zorg voor elke mens en pelgrim op zijn weg. Voor Jezus lag verkondiging niet in het doorgeven van informatie of het stellen van wetten. Verkondiging van goed nieuws gebeurt met heel je leven, doorheen elke waarachtige nabijheid, in een broederlijke vriendschap waarvan de wereld zegt: “Zie hoe ze elkaar beminnen”. Misschien vinden mensen dat weinig indrukwekkend, krantenkoppen gaan we er wellicht niet mee halen, want dat is niet echt sensatienieuws. Maar het zal ongetwijfeld een nieuwe adem geven aan ons kerk- zijn. Zo mogen we ‘influencers’ worden, bemiddelaars van hoop. Het blijft mijn overtuiging dat de hoop ons boven alle verdeeldheid uittilt. In het licht van de hoop die Jezus ons geeft worden al onze tegenstellingen en discussies vaak zo absurd en onbeduidend.
‘Waar ben je?... Het is God zelf die het ons vraagt.
Wel, hier zijn wij, met onze grootsheid en met onze broosheid.
Luisterend naar Jezus is ‘T NU ‘T MOMENT om verder te gaan op onze pelgrimstocht.
En nu vooruit, vol hoop!
Na een meditatief orgelstukje volgde, rechtstaand, de geloofsbelijdenis. ‘Ik geloof dat God ons roept om van deze wereld een thuis te maken, een wereld zonder honger, zonder oorlog, zonder haat, zonder vervuiling, een wereld vol goedheid, recht en vrede, voor iedereen…’
Tijdens de voorbeden werd vanuit elk van de 4 pastorale eenheden uit ons decanaat een symbool aangebracht en een voorbede geformuleerd: het werd een stijlvolle stoet. ‘Zoals Maria, zoals Zacheüs: zoekende mensen zijn. De hoop nooit laten uitdoven door vol te houden, zowel in activiteiten als in stilte. Het goede doen opleven in anderen en in onszelf, ook in harde tijden… We bidden om pelgrims van hoop te zijn. We bidden voor vrede en verdraagzaamheid tussen alle mensen…
Het eucharistisch gebed werd afgewisseld met de acclamatie uit Taïze: Sanctum nomen Domini magnificat anima mea: heilig is de Naam van God, met hart en ziel zal ik Hem loven.
Het instellingsverhaal werd gebeden, niet gezongen.
Het Onze Vader werd een symbolisch moment van samenhorigheid: we baden het rechtstaand, hand in hand, over de rijen heen. Daarna volgde de vredeswens en het vredeslied: ‘Het eerste woord zal vrede zijn waar jij ook binnengaat. Sjaloom voor jou, sjaloom voor mij, maak van dit woord een daad’.
Na het Lam Gods volgde de communie, onder twee gedaanten, brood en wijn. Het werd een lange rij aanschuiven op 4 plaatsen in de kerk. Daarna volgde een stil bezinningsmoment en tenslotte het gebed bij de zending, geen slotgebed. ‘Als op de berg heeft Jezus ons hier uitgenodigd. Zijn verrijzenis die we hier gevierd hebben mag nu gebeuren in ons samen op weg gaan. Laten we zijn licht meedragen in ons hart, als pelgrims van hoop’.
Het licht van de paaskaars werd doorgegeven: iedereen stak zijn eigen kaarsje aan, maar ook dat van de buren. Er werd gezongen: ‘In resurrectione tua, Christe, coali et terra laetentur’- De hemel en de aarde juichen samen, Christus is waarlijk verrezen’.
Zending: Laten we verder op weg gaan in vrede en vreugde ALS PELGRIMS VAN HOOP en met ons leven de Heer verheerlijken. Amen.
Vóór de praktische mededelingen werd nog het lied van het jubeljaar gezongen: ‘Pelgrims van hoop’, door iedereen. ‘Vlam van liefde, hoop die ons doet leven, hoor ons lied, een lofzang uit ons hart. Gij, de bron van vred’en eeuwig leven, laat ons veilig voortgaan aan uw hand.’
Er kwam een dankwoord voor deze mooie gemeenschapsviering, aan iedereen vóór en achter het altaar, dank aan het gelegenheidskoor, dank voor ieders engagement.
Praktisch: bij het buitengaan zou een kleine gift welkom zijn- en iedereen kreeg een groen VIP- bandje: VERY IMPORTANT PILGRIM.
Er kwam ook nog een verrassende uitnodiging vanwege de bisschop van Brugge: het gelegenheidskoor is welkom in de Sint- Salvatorskathedraal op woensdag 16 april, in de goede week van 2025, voor de chrismaviering…
En nu vooruit! Naar de Sint- Jorisschool in de Kerkomtrek voor een fris drankje, in rijen aanschuiven aan het frietkot, maar vooral voor een deugddoende babbel met bekenden (en onbekenden), nieuws uitwisselen en afspraken maken. En even namijmeren. Daar was ’t Nu echt ’t Moment voor…
PS: dat er te weinig tekstboekjes waren … is een heel, heel hoopvol teken!
Annie Vandewalle.
.