De eerste zustergemeenschap van Ninove - 1 | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
Sint-Corneliusparochie Ninove

Sint-Corneliusparochie Ninove

  • Startpagina
  • Contacten
  • Kerken & vieringen
  • Zoeken
  • Meer
    • Kerken & vieringen
    • Zoeken
    • Wie is wie? Activiteitenkalender Caritas Ninove Ecokerk in Ninove Aanvraag misintentie Doop Eerste communie Kinderwoorddienst Godly Play Vormsel Eucharistie Huwelijk Verzoening Zieken Uitvaarten Kerk & Leven Kloostergemeenschap Parochiezalen Abdijkerk Ninove Open Kerkendag Archief Kerkenbeleidsplan Misbruik melden Privacy Like us op Facebook Dekenaat Aalst

De eerste zustergemeenschap van Ninove - 1

icon-icon-artikel
Gepubliceerd op zaterdag 23 april 2022 - 10:51
Afdrukken

Enkele maanden geleden ruilden onze Zusters van de HH.-Harten het oude Susterhuys, hun klooster in de Burchtstraat, in voor een nieuwe verblijfplaats op het vroegere abdijdomein boven Oase d’Abdij. Dat deed mij terugdenken aan de zusters die zo’n honderd jaar lang deel hadden uitgemaakt van de Ninoofse norbertijnengemeenschap. Dat klinkt u, beste lezer, misschien wat vreemd in de oren. Allicht heeft u een beeld van onze abdij als van een mannengemeenschap, maar wat volgt is geen verzinsel. Onze abdij begon zijn rijke geschiedenis wel degelijk als een dubbelklooster, een religieuze instelling waarin vrouwen evengoed als mannen terecht konden voor een leven gewijd aan God.

Het verhaal van een bevlogen abt

‘Mannen en vrouwen, iedereen welkom’: dat moet bijna de lijfspreuk zijn geweest van de eerste abt, Gillebert van Laon, die graag predikend als een nieuwe Norbertus mannen en vrouwen opriep tot een authentieker christelijk leven, naar het beeld van de kerk van Jezus’ leerlingen in de Handelingen van de apostelen. Alles wat we over deze Gillebert weten, staat te lezen in de oudste stichtingsgeschiedenis: een kroniek die omstreeks de eeuwwende in 1200 werd geschreven door een anonieme abdijheer. In diens verhaal van de vroegste jaren (1138-1141) kan je lezen dat abt Gillebert op zon- en feestdagen uit ging prediken in de omliggende parochies en dat hij enthoesiaste bijval oogstte bij het volk en bij de elite, in alle lagen van de bevolking dus. Uiteraard droeg dat bij tot de groei van de jonge kloostergemeenschap en die evolutie was volgens de kroniekschrijver op zich wel goed en verheugend, maar de duivel lag als immer op de loer en hij deed onze gulle Gillebert ontsporen. Die enthoesiaste verkondiger van de Blijde Boodschap had echt wel voorzichtiger moeten zijn! De kroniek verwoordt het letterlijk als volgt: abt Gillebert trok veel volk aan, mannen en vrouwen, maar zonder ernstig te berekenen wat hij nodig had voor hun levensonderhoud. Een delegatie van broeders kwam hem vinden en confronteerde hem met hun ongemak: ze hadden geen behoorlijke kleding en leden echte armoede! Hij kreeg de verwittiging voortaan slechts te handelen volgens het advies dat zijn medebroeders hem zouden geven. Dat viel heel slecht bij abt Gillebert. Gekrenkt liet hij zich gaan, mobiliseerde zijn aanhang en trachtte de critici door intimidatie het zwijgen op te leggen: vijf kwamen er naar het kapittel met stokken en knuppels als om hen te straffen voor hun aanmatiging.

Wij lezen dat nu als een zoveelste wij-zij verhaal van polarisatie, het tegendeel van een voorbeeldig verbindend project en voorbode van een onzalig escalerend conflict. En ook de middeleeuwse kroniekschrijver had op dit punt van het verhaal zijn oordeel over Gillebert eigenlijk al laten kennen: met al zijn talenten als pre­diker had de abt zich helaas tot hoogmoed laten verleiden en daar kwam nu de hoofdzonde van woede bovenop. Typisch: Gillebert zelf had het niet door, want met hoogmoed gaat meestal verblinding gepaard. Onze abt trok dus in oktober 1141 van woede vervuld naar het Generaal Kapittel, de algemene vergadering in Prémontré. Daar wou hij voor de verzamelde norbertijnenabten het oproer in zijn kloostergemeenschap aanklagen. Maar, aldus de kroniek, zijn medebroeders die te hem te voet waren gevolgd (een ongelooflijk lastige onderneming), gingen tegen hem in en bepleitten onder tranen hun zaak tegenover de abten van het kapittel. Er volgde een zorgvuldig onderzoek, waarop de vergadering Gillebert eensgezind van zijn herderlijke zorg ontsloeg. Het conflict eindigde dus met de afzetting van de eerste abt.

Het probleem van de armoede die Gillebert volgens de kroniek door zijn genereuze toetredingsbeleid had veroorzaakt, verdween echter niet samen met de onfortuinlijke abt. Integendeel: de toestand bleek zo erg dat zijn opvolger – ook een Gillebert, uit de abdij van Park ditmaal – er nog geen drie maand later zelf de brui aan gaf. Daarna was het de beurt aan Gerard, alweer een kanunnik uit Laon. Deze abt Gerard nam energiek de leiding van de abdijgemeenschap te Ninove op zich en stelde tijdens zijn uitzonderlijk lange ambtsperiode (1143-1185) niet alleen orde op zaken door de economische basis van de jonge abdij gestaag te verbreden, maar hij slaagde er ook in de stichting op de kaart te zetten door de bouw van een eerste abdijkerk en nieuwe kloostergebouwen op de Coudenberg, de plaats waar vandaag nog steeds de (tweede) abdijkerk staat. Geen wonder dat het dodenboek van de Ninoofse abdij hem graag eerde als eerste abt in een bijna letterlijke betekenis van het woord. Dat de man als een echte manager ook risico’s nam en een aantal projecten financierde met geleend geld, heeft nooit op zijn reputatie gewogen. De schulden die hij naliet bij de bankiers van toen – de kroniek noemt ze koudweg woekeraars – zouden zijn opvolgers echter nog zuur opbreken.

Zuster Hadwige, haar familie en medezusters

Onze kroniekschrijver was een kind van zijn tijd. Zo vertelt hij een verhaal waarin bijna uitsluitend mannen voorkomen en waarin de opeenvolgende abten steevast de hoofdrol spelen. Vrouwen worden eerder toevallig vermeld, zoals naar aanleiding van Gilleberts prediking; daarna verdwijnen ze weer in de coulissen van de geschiedenis. Met één uitzondering nochtans. In het portret van Arnold, de opvolger van abt Gerard (1185-1190), leest men dat die man eertijds te Ninove was ingetreden samen met twee broers, Alard en Damiaan, … en een zus, Hadwige. De meeste aandacht schenkt de kroniek uiteraard aan abt Arnold, die in de nieuwe kloostergebouwen een abdijbibliotheek inrichtte en die de sacristie verrijkte met schitterende liturgische gewaden. Maar ook Arnolds broer Alard is goed voor een verhaal. Alard had zich namelijk onderscheiden bij de bouw van abdijkerk en klooster. Een werfongeluk kostte hem omstreeks 1166 bijna het leven. Hij hield daar echter als bij wonder geen ernstig letsel of handicap aan over. Alard promoveerde daarna vlot tot proost of econoom van de abdij. De derde broer, Damiaan, krijgt vervolgens lof toegezwaaid om zijn literair talent en om zijn werk als kopiist. Als begaafde en befaamde componist ook. Van Damiaans hand was immers het gregoriaans officie ter ere van de patroonheiligen Cornelius en Cyprianus en hij eerde op bestelling ook de heilige Berlindis van Meerbeke met een compositie. Hij maakte zelfs naam als de glazenier die de nieuwe abdijkerk deskundig van glasramen voorzag. Zoveel talent bij de drie broers vooronderstelde een degelijke opleiding, die in die tijd alleen maar weggelegd was voor kinderen uit de maatschappelijke elite. Daarmee is meteen gezegd dat zuster Hadwige eveneens uit dat gepriviligieerde milieu afkomstig was en daarom wellicht ook zelf de mogelijkheid kreeg om haar talenten te ontwikkelen. Toch zal het niet danig verbazen dat zij het moet stellen met een eenvoudig compliment van onze kroniekschrijver, namelijk dat ze diepgelovig was. Zo bleef ze veilig weggesloten, nederig in de schaduw van haar beroemde broers.

Wat haar taak was in de abdijgemeenschap, verneemt men nergens. Ik heb het er wel wat moeilijk mee om te geloven dat ze diepgelovig werd genoemd omdat ze tijdens haar kloosterleven zwijgend en geduldig alleen maar handwerk had verricht. Dat zou ze als lekezuster hebben moeten doen, maar een lekezuster was ze juist niet.

In het Obituarium of dodenboek dat abt Arnold liet vervaardigen en dat onder diens opvolgers in principe bij ieder overlijden werd aangevuld, vindt een geduldige lezer in totaal 44 monialen herdacht op de verjaardag van hun overlijden. Zo ook onze Hadwige, zuster van de abt en van de confraters Alard en Damiaan. Ze overleed op een derde februari… of was het op een 31ste juli? Op beide dagen wordt immers een Hadwige, onze zuster vermeld, allicht omdat er in onze abdij twee zusters (Lat. sorores) met die naam hadden geleefd. Beiden zijn overigens tussen pakweg 1188 en 1250 in de Heer ontslapen. In het dodenboek valt verder op dat van alle monialen er liefst 41 naast hun naam dezelfde vermelding krijgen als onze beide Hadwiges: onze zuster (Lat. soror nostra). De overige drie heten lekezuster van onze abdijgemeenschap (Lat. conversa huius ecclesiae). De namen van die lekezusters kan ik u daarom snel meegeven: Bescele (overleden op een 14de maart tussen 1188 en 1250), Thidware en Helwige (overleden respectievelijk op een 5de en 27ste september tussen 1138 en 1188).

Van lekebroeders en –zusters wordt aangenomen dat zij zich vaak aansloten bij een kloostergemeenschap om te ontkomen aan de vaak schrijnende armoede waarin ze tijdens de middeleeuwen moesten leven. Dat kan in Ninove het motief geweest zijn van de vele lekebroeders, die voor de eerste halve eeuw van de abdijgeschiedenis wellicht de meerderheid van de abdijbevolking uitmaakten: volgens het dodenboek stierven er tussen 1138 en 1188 welgeteld 65 lekebroeders, beduidend meer dan de 41 overleden kanunniken en/of priesters uit dezelfde periode. Maar de lekezusters vormen, in scherp contrast met de lekebroeders, slechts een kleine minderheid onder onze monialen wier overlijden toen werd opgetekend: amper twee ‘conversae’ tegenover zeventien ‘sorores’. Daarom moet allicht bij de meerderheid onder de monialen, de zusters dus, het motief voor hun intrede elders worden gezocht dan in armoedige levensomstandigheden. Misschien had bij hen vooral het charisma meegespeeld en de bevlogenheid van de abt-prediker, de verguisde Gillebert.

De monialen van het Ninoofse dodenboek

Van onze oudste monialen kennen we alleen hun naam, hun status (zuster of lekezuster) en de dag waarop zij overleden zijn. Verder geen details: geen leeftijd of herkomst, geen jaar van geboorte of overlijden. Het enige wat in het dodenboek als belangrijk werd genoteerd, was de dag waarop zij de eeuwigheid waren ingetreden. Dat werd daardoor ook de dag waarop zij werden herdacht.

Volgens de statistieken is de sterfte het hoogst in de wintermaanden. Ons overzicht lijkt dat te bevestigen met tien overlijdens in januari… en elf in april. In die twee maanden samen is zowat de helft van al onze monialen overleden. Ja maar, zal u zeggen, april is toch geen wintermaand? Astronomisch en weerkundig heeft u overschot van gelijk, maar zoals we dit jaar nog eens ondervinden is april is niet per definitie een milde lentemaand. En de Ninoofse volkswijsheid vreest de winter zelfs nog verder op het jaar: ’t stjetten van de mau isj ’t stjetten van de wientjer. Of letterlijk vertaald in het AN: Het staartje van mei is het staartje van de winter.

We laten de statistieken voor wat ze zijn en bekijken nu de ‘jaarkalender’.

4 januari: zuster Ermentrude I
9 januari: zuster Machteld
12 januari: zuster Gersuende en zuster Ermengarde I
26 januari: zuster Ida I
28 januari: zuster Alix, zuster Ida II en zuster Mabilia
30 januari: zuster Bescela
31 januari: priorin Lismoud
3 februari: zuster Hadwige I
7 februari: zuster Wilberga
10 februari: zuster Hodierna
14 maart: lekezuster Bescela
15 maart: zuster Helwige
18 maart: zuster Ava I
3 april: zuster Ava II en zuster Hildegarde
4 april: zuster Margareta
12 april: zuster Rolende
16 april: zuster Utberge
17 april: zuster Oulende
23 april: zuster Ermengarde II:
26 april: zuster Idesgarde
28 april: zuster Volkar(d)e, zuster Sigewige en zuster Adele
17 mei: zuster Ermentrude II
20 mei: zuster Thidele
31 juli: zuster Hadwige II
27 augustus: zuster Ida III en zuster Gisele
5 september: lekezuster Thidware
12 september: zuster Ava III
27 september: lekezuster Helwige
9 oktober: zuster Helwige
16 oktober: zuster Ascela
22 oktober: zuster Agnes
29 oktober: zuster Agatha
6 november: zuster Hadeborg
15 november: zuster Petronilla
5 december: zuster Ascela
7 december: zuster Helwide
19 december: zuster Fresuende

Wie deze namen met enige aandacht leest, valt het zeker op dat slechts een kleine minderheid daarvan zijn oorsprong vindt in de Joods-Grieks-Christelijke traditie: je telt tot vier met Margareta, Agnes, Agatha, Petronilla en dan houdt het al op. Daarnaast draagt nog een enkele zuster een Latijnse naam, al moet ik eerlijk bekennen dat ik die nog nergens tegenkwam: Hodierna. Die naam is voor zover ik weet geen eerbetoon aan een heilige, maar kan wel tellen als statement: in vertaling betekent hij zoiets als het meisje/de vrouw van vandaag, de hedendaagse, de moderne. Alle andere monialen gingen door het leven met een naam die nog duidelijk van hun Germaans-Frankische origine getuigt. Dat zegt iets over de bewoners van de Ninoofse regio in de twaalfde eeuw … en over de namen die ze hun dochters graag gaven.

Jaak Peersman

Ontdek ook de andere artikels "De eerste zustergemeenschap van Ninove"

De doopkapel: het zandstenen gedeelte was de onderste geleding van de beiaardtoren (1636), gebouwd op de funderingen van een toren uit het westfront van de eerste abdijkerk. © Jaak Peersman
Winterprik op 1 april 2022 © Jaak Peersman
Vorige Volgende

Gepubliceerd door

Sint-Corneliusparochie Ninove

Meer

Artikel

Deel dit artikel

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail

Lees meer

.
readmore

Eerste Communiehoekje

icon-icon-artikel
Kinderwoorddienst Sint-Jacobsschelpen - 14-07-2024 - Abdijkerk Ninove © Carina Servranckx
readmore

Kinderwoorddienst hoekje

icon-icon-artikel
Op weg naar het vormsel © kerknet
readmore

Vormselhoekje

icon-icon-artikel

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2025 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook