Ik ben onder de naam Didier-Enock gedoopt…
Waarom willen jullie dit kind laten dopen? Wij laten ons kind dopen omdat we gelovig zijn, omdat we ons kind willen laten opnemen in de christelijke gemeenschap. Zo klonk het antwoord van mijn ouders op de vraag van priester Pierre Tchiwélé bij mijn doopsel.
Welke naam hebben jullie voor deze jong gekozen? Mijn vader had graag Didier gewild. Mijn moeder wilde Enock. Om het gemakkelijk te maken, heeft mijn vader een streepje tussen die twee namen gezet. Zo hebben ze voor me ‘Didier-Enock’gekozen als doopnaam.
Waarom laten jullie je kind dopen? Soms hoor ik ook verschillende redenen bij ouders zoals: omdat de grootouders dit belangrijk vinden, omdat het in onze cultuur zit, omdat we zo ook een peter en meter kunnen aanstellen...
Het doopsel van een kind is het begin van een uniek verhaal, zowel voor de ouders als voor het kind zelf. Zo is het ook een nieuw en uniek verhaal tweeëndertig jaar geleden bij mij begonnen. Een verhaal dat nog steeds staat in een lang proces van christen en mens worden. Een nieuw verhaal, een nieuw leven: leven vanuit het doopsel.
Mijn ouders hebben met volle overtuiging me laten dopen en voor mij een naam gekozen. En ik ben daar blij om. Ja, ik ben ook blij dat ik gedoopt ben. Volgens mij is mijn doopsel als een startpunt en een richtsnoer voor het verdere leven, een teken dat je bent opgenomen in een gemeenschap van verbondenheid en solidariteit. Mijn ouders en mijn omgeving brachten me in contact met andere gelovige mensen. Zo heb ik de christelijke gemeenschap leren kennen. Zo heb ik over Jezus horen spreken. En nog steeds ben ik hier bij God elke dag leren ontmoeten in Jezus Christus, in de kerk, in de medemensen.
Op school, op het werk, in de kerk, overal waar ik gekomen ben heb ik me proberen te gedragen als gedoopte, als christen bij de taak en de verantwoordelijkheid die ik opnam. En het heeft me veranderd en gelukkig gemaakt. Met vallen en opstaan probeer ik nog steeds deze weg door te gaan en me door Hem opnieuw laten roepen en laten aanspreken zoals op de dag van mijn doopsel. Want als je een kind een naam geeft, neem je hem of haar definitief op in de gemeenschap. Met deze naam wil ook God het kind aanspreken.
De kerk is een plek van rust en bezinning. De kerk, een huis voor iedereen. Een open huis waar ik gedoopt ben. Van één ding ben ik zeker: "de kerk staat altijd voor me open en de gemeenschap is erbij." En ik weet dat als het moeilijk gaat, ik daarop kan terugvallen. Ik kan terug naar waar mijn verhaal als gedoopte begonnen is. Het is voor mij een startpunt van de weg die ik nog steeds aan het gaan ben van het leven als christen.
Didier
Andere getuigenissen