Ik ben om 4.26 u. in 1964 geboren uit de liefde van 2 Limburgers, net als mijn broer (in 1962) en mijn zus (in 1965). Wij zijn alle 3 geboren in de kliniek Saint-Vincent te Rocourt. Deze kliniek werd, sinds haar stichting in 1925, geleid door de Zusters van Saint-Vincent de Paul van Deftinge.
Die dag, donderdag 7 mei, werd Onze-Lieve-Heer Hemelvaart gevierd. Het was een warme, vrijwel geheel bewolkte dag met een gem. temperatuur van 15.4 C° maar daar herinner ik mij niets van.
Op 10 mei 1964, Moederdag, werd ik gedoopt in de kapel van het ziekenhuis, zoals dat toen dikwijls de gewoonte was. Op de foto zie je langs moeders kant mijn peter & grootvader zaliger, een gewezen rijkswachter te paard, met de doopkaars in zijn hand. Langs vaders kant draagt mijn meter & grootmoeder mij in mijn doopkleed. Zij hebben als diepgelovige eenvoudige mensen mij veel geleerd, over recht en onrecht, waarvoor dank aan God als hun Stuurman.
Mijn vader is afkomstig van de stad van Sint-Trudo, St-Truiden en mijn moeder is geboren te Peer. Mijn vader was in Herstal/ Rocourt verzeild geraakt als werknemer van FN Herstal. Enkele jaren na mijn geboorte zijn we verhuisd naar Sint-Truiden, waar ook zijn ouders een boerderij hadden.
Mijn vader heeft als leider bij de jeugdbeweging Katholieke Arbeiders Jeugd (KAJ), bijgenaamd De Kajotters, Kardinaal Jozef Cardijn nog persoonlijk ontmoet. De grote invloed van Cardijn op zijn leven was echter de nadruk die hij legde op kritisch denken. Mijn vader heeft ons dan ook, samen met mijn moeder, in die zin, christelijk, opgevoed. Hij heeft me echt geholpen een zorgvuldige en vragende waarnemer te worden. Zijn beroemde vermaning dat we moeten ‘Zien – Oordelen – Handelen’ zou ook mijn motto kunnen zijn, dat ik probeer met vallen en opstaan te doen en door te geven.
Ook Kardinaal Cardijns strijd tegen onrecht werd ons met de paplepel ingegeven. Een kruisje op het voorhoofd voor het slapengaan, samen met de woorden: “God zegene en beware je” was en is nog steeds een ritueel bij ons thuis. Maar het is meer dan een ritueel, namelijk het is een teken dat we niet alleen zijn, ongeacht wat er gebeurt. Er is Iemand die ons vergezelt op onze weg, dag en nacht, 24 op 24, 7dagen op 7, non-stop. Het is ook een teken dat we mens mogen zijn en dat God ons liefheeft, telkens weer. Het is ook een teken dat we ongeacht de moeilijkheid die we tegenkomen, het in Gods Hand mogen leggen, zeker als we het niet meer verder weten. Dit kruisteken is voor mij een weg die ik vol overtuiging graag ga, met vallen en opstaan, en die mij telkens weer kracht, hoop en liefde geeft. En dit zowel in het dagelijkse leven als in mijn beroepsleven. Zeker tijdens o.a. de Joegoslavië-oorlog en in de periode toen ik hulp bood aan gekwetsten van de oorlogen in Irak en Afghanistan.
Dank U God voor dit leven na het doopsel, ook al was het niet altijd gemakkelijk. Ik hou van U.
Hugo Gielen
Andere getuigenissen