De Gaven van de Heilige Geest: de vreze Gods oftewel ontzag.
Tussen Onze-Lieve-Heer Hemelvaart en Pinksteren zijn we vandaag. In deze noveen wordt in het avondgebed van de Kerk overal ter wereld het Veni Creator gezongen, of de plaatselijke vertaling die we bij ons kennen als ‘Kom Schepper Geest daal tot ons neer’. Pinksteren het feest van de nederdaling van de Heilige Geest bij de apostelen die verslagen en zo bij elkaar vertroosting zochten. Vervuld werden ze van vuur, meestal met vlammetjes afgebeeld, zullen zij daarna de verspreiding van de Blijde Boodschap onverdroten verderzetten. En zo zitten we al aan de laatste der gaven van de Heilige Geest: De vreze Gods, timor Dei, ook wel ontzag genoemd.
We lazen, en eigenlijk diep in ons hart wisten we dat ook, dat God ons oneindig graag ziet, dat hij ons vergiffenis schenkt en onze verlossing wil. Daartoe heeft Hij ook de Zoon gezonden, die op zijn beurt, na Zijn offer, de Geest stuurt.
Een andere benaming voor de Heilige Geest die we soms, vooral in stroevere vertalingen tegenkomen zoals bijvoorbeeld de Naardense, is die van de Parakleet, de trooster of troosttoeroeper. Daarom nemen we de 2e en de laatste strofe van het Veni Creator deze week. Vooral die laatste is een zeer mooie samenvatting van wat we met Pinksteren mogen ervaren en wat de week daarop, met het feest van de triniteit, nog eens heel bijzonder gevierd wordt.
Gij zijt de gave Gods, Gij zijt
de grote Trooster in de tijd,
de bron waaruit het leven springt,
het liefdevuur dat ons doordringt.
Aan God de Vader zij de eer
en aan de opgestane Heer
en aan de Geest die troost en leidt
van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Qui diceris Paraclitus,
altissimi donum Dei,
fons vivus, ignis, caritas
et spiritalis unctio
Deo Patri sit gloria,
et Filio qui a mortuis
Surrexit, ac Paraclito,
in saeculorum saecula.
Amen.
De Vreze Gods is niet zozeer een vrees voor God als zou Hij een straffende, veeleisende, allesvernietigende God zijn, maar eerder een ontzag voor God.
De psalmist roept die God soms nog aan, in zijn uur van nood en wanhoop alsof God inderdaad hen de overwinning zal schenken. En eigenlijk klopt dat ook, maar een andere overwinning dan die van een leger op een ander leger, het gaat om de overwinning op de dood die Hij zal schenken. Waar andere volken goden en afgoden aanbidden en eigenlijk hen vrezen en voor hen bibberen, beseft de psalmist al dat het gevaar bestaat in de aanbidding van afgoden die dreigen, van de navolging van zaken die niet zullen redden. Want niet met hun zwaard beërfden ze een land, redding bracht hun niet hun eigen arm, nee: uw rechterhand en uw arm, en het licht van uw gelaat, want u had in hen behagen. (Psalm 44,4) Hier wordt de vrees voor God al duidelijk als iets anders dan wat de vreemde volkeren ervaren. Namelijk dat Hij, aan wie gelooft, echt redding zal schenken op een radicaal andere wijze.
Het gaat om een overgave aan de goedheid van onze Vader die ons bijzonder liefheeft. Een beetje eigenlijk als na een lange, moeilijke tocht ons terug in de geborgenheid en warmte van de armen van de Vader kunnen sluiten, voelende en wetende dat Hij echt onze Vader is.
Zoals die gekende parabel van de Verloren Zoon die dit zeer tastbaar beschrijft. Hij ging dus op weg naar zijn vader. Zijn vader zag hem al in de verte aankomen, en hij werd door medelijden bewogen; hij snelde op hem toe, viel hem om de hals en kuste hem hartelijk. Maar de zoon zei tot hem: Vader, ik heb misdaan tegen de hemel en tegen u; ik ben niet meer waard uw zoon te heten. Doch de vader gelastte zijn knechts: Haalt vlug het mooiste kleed en trekt het hem aan, steekt hem een ring aan zijn vinger en trekt hem sandalen aan. Haalt het gemeste kalf en slacht het; laten we eten en feestvieren, want deze zoon van mij was dood en is weer levend geworden, hij was verloren en is teruggevonden. Ze begonnen dus feest te vieren.(Lc15,20-24)
Eenmaal we ons aan ons lot overgelaten voelen, wordt het soms moeilijk om dat gevoel vast te houden, net als die verloren zoon schrik had om zijn vader onder ogen te komen.
Die schrik om losgelaten te worden kent de Vader en Hij anticipeert er al op. In de evangelies van de 5e en de 6e zondag van Pasen lazen we, of hoorden op de radio, tv of via internet, hoe Jezus zijn leerlingen voorspiegelt wat er gaat gebeuren. Dat Hij hen gaat verlaten, maar zeker niet aan hun lot zal overlaten. Zijn liefde zal maken dat zij voortdurend steun en troost zullen vinden, gezonden vanuit de kracht van het gebed.
Als gij Mij liefhebt, zult ge mijn geboden onderhouden. Dan zal de Vader op mijn gebed u een andere Helper geven om voor altijd bij u te blijven: de Geest van de waarheid, voor wie de wereld niet ontvankelijk is, omdat zij Hem niet ziet en niet kent. Gij kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn. Ik zal u niet verweesd achterlaten: Ik keer tot u terug.(Joh 14,15-18)
Hij laat hen niet los, Hij laat ons niet los!
Zo mogen we ons nog steeds verbonden weten, mogen we ervaren dat ons hart vervuld van hoop, lofzang en navolging is. Ook al zijn we mensen en voelen we soms, weten we soms dat dit niet altijd eenvoudig is. Vaak moeten we vaststellen dat, ondanks onze goede voornemens, we er niet in slagen, dat we op onze eigen grenzen botsen, dat wij Hem loslaten of van Hem losbreken. Juist dan, als we even tijd nemen, als we onze kleinheid ervaren, dan troost ons de Geest en spreekt ons telkens moed in en helpt ons om ons opnieuw te mogen toevertrouwen aan die immer uitgestrekte armen van de Vader.
Maar men spreekt niet van hopen, als men het voorwerp van zijn hoop reeds aanschouwt: wie verwacht nog wat hij al ziet? Daar onze hoop gericht is op het onzichtbare, moet onze verwachting gepaard gaan met standvastigheid. Evenzo komt de Geest onze zwakheid te hulp. Want wij weten niet eens hoe wij behoren te bidden, maar de Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen. En Hij die de harten doorgrondt, weet waar de Geest op zint, want Hij pleit voor de heiligen naar Gods bedoeling. (Rom8,24-27)
De Vreze Gods doet ons begrijpen dat alles genade is, dat onze ware kracht alleen in de imitatio Christi, de navolging van Jezus bestaat en het aanvoelen dat die armen van de Vader steeds naar ons uitgestrekt zijn, altijd. God opent onze harten zodat de vergiffenis, de barmhartigheid, de goedheid en de liefkozingen van de Vader ons ook bereiken.
Zo helpt ontzag ons juist om steeds te blijven zoeken, in bescheidenheid, gehoorzaamheid en vooral standvastigheid, naar Gods armen en er ons als dat kind in bemind weten. Dat geeft juist moed, vertrouwen en hoop aan elk van ons. We mogen ons zo geborgen, en ook gevormd, weten als overtuigde en enthousiaste Christenen. Paulus ervoer het zo en schrijft het ook. Want de liefde van Christus drijft ons (2kor5,14).
De colonnade van Bernini op het Sint-Pietersplein is zo ook een symbool voor de openstaande armen van de Kerk vertrekkend uit de Sint-Pietersbasiliek naar de rest van de wereld. Iedereen is er welkom, altijd opnieuw.
Op welke eenvoudige wijze mocht jij van iemand troost ontvangen? Als je dit wil delen mag je dat sturen naar: Jefvdg@hotmail.com. Wie iets meer kwijt wil over deze reeks of op de gehele reeks wil reageren kan dat altijd nog op dit emailadres of paredis.s.@telenet.be. Dat is het emailadres van Katrien die ook schreef in deze reeks.
De meeste kerken in Ninove en ook de kapel in Bevingen zijn nog altijd alle dagen open. Als een baken van hoop staan ze in de zon te schitteren en met wijde open deuren, als die armen van de Vader, verwelkomen ze je van harte.
Jef Van der Gucht
Hemelse Vader,
Toen uw enige Zoon Jezus Christus opstond uit de doden zond Hij zijn leerlingen uit om "alle volken tot leerling te maken". Daaraan herinnert U ook ons door het doopsel: wij delen allemaal in de missie van de Kerk.
Sterk ons met de gaven van de Geest, zodat wij dapper en onvermoeibaar blijven getuigen van het evangelie. Dan kan de Kerk haar opdracht, die nog lang niet voltooid is, nieuwe uitdrukkingen geven die leven en licht te brengen in onze wereld.
Help ons om de reddende liefde en de genade van Jezus tastbaar te maken voor alle mensen. Dat vragen wij U in naam van Jezus Christus, die met u leeft en heerst in de eenheid van de Heilige Geest, nu en tot in eeuwigheid.
Amen
Paus Franciscus