Wie wil leven moet zich geven, moet het wagen op weg te gaan. Met zijn vragen, onbehagen, moet met anderen samen gaan. Niemand kan het leven aan als hij alleen blijft staan. Want een mens leeft niet alleen: hij moet met and'ren gaan. Want als wij hier samenkomen, kan ons leven openslaan. Want als wij hier samenkomen, mogen wij in God bestaan.
Wie wil leven, moet zich geven, moet met brood naar de ander gaan. En moet leven om te geven zoals Jezus dat heeft gedaan. Niemand kan het leven aan. Hij moet in Jezus' naam, met het brood in ied're hand naar alle mensen gaan. Want wie voor zichzelf wil leven en wie niet op weg wil gaan, kan de and're mens niets geven en kan niet in God bestaan.