In die tijd zei Jezus: Ik ben de goede herder. De goede herder geeft zijn leven voor zijn schapen. Meer nog die herder heeft een hart voor de schapen. Jezus houdt van allen zonder maat en wil ons allen alles geven wat wij nodig hebben om te groeien en te bloeien in menselijke en geestelijke wijsheid. Een goede herder denkt aan het welzijn van zijn kudde en niet aan zijn eigen veiligheid, niet aan zijn eigen welzijn. Jezus maakt duidelijk dat Hij de goede herder is, de herder die echt is, die betrouwbaar is.
Meer nog Hij is de herder die zegt: “Ik geef mijn leven voor de schapen.” Dat is exact wat Hij op Goede vrijdag gedaan heeft, zichzelf geofferd voor ons allen. Door dat offer, door die zelfgave opende Hij een grotere deur voor ons allen naar de Vader, naar het eeuwige leven. Jezus was en is die herder die tot het uiterste gaat voor zijn schapen.
Zo geeft Jezus zichzelf, tot Zijn leven toe voor zijn schapen. Je leven geven kan drie zaken betekenen. Het kan betekenen: aan een ander meegeven en delen al wat waardevol is en wat leven wekt, zodat ook anderen van die schat kunnen leven.
Het kan ook betekenen: jezelf aan een ander geven in totale liefde en vertrouwen.
Het kan ten derde betekenen: je leven riskeren voor de andere.
Jezus kwam om leven te geven, om zijn leven te geven, het leven van licht en liefde dat Hij met Zijn Vader deelde. Jezus is de grote gave Gods, die ons oproept alle dingen los te laten en ons volledig weg te schenken.
We kunnen ook zelf die goede herder zijn voor onze naasten. Een goede herder heeft aandacht voor de schapen rondom hem, voor de schapen met wie hij het volle bestaan wil delen en met wie hij op weg gaat, dan eens voorop, dan eens in hun midden en dan weer eens op het einde van de kudde. Een goede herder zijn, betekent niet dat wij volmaakt moeten zijn, want dat is niemand, maar wel dat we nederig en ontvankelijk moeten zijn, onze fouten en tekorten erkennen en vergiffenis vragen als wij onrechtvaardig hebben gehandeld. De goede herder is gericht op de andere, schenkt aandacht aan de mensen voor wie hij verantwoordelijk is, om hun de eigen fundamentele schoonheid en waarde te laten ontdekken om hen zo te leiden naar het volle leven. Zo helpt hij hen om tot volle wasdom, schoonheid en bloei te komen.
Het waken als een herder is het begin en einddoel vinden in de gemeenschap. Het betekent elkaar dienen, elkaar de voeten wassen en je leven geven voor de naaste. Als we allemaal die herder zo willen navolgen dan zal het worden zoals Hij reeds zei: “en het zal worden: een kudde, een herder.”
Het schilderij van Ansdell Richard, 1815-1885, een Britse landschapspecialist, stelt hier een herder ten toon op het eiland van Skye die duidelijk in weer en wind met zijn kudde schapen meegaat. Hij heeft met een deel van de schapen al de hindernis overwonnen en gaat hen zo voor. Aan de overkant wacht hij tot ze allemaal weer verzameld zijn. Met een scherp oog en geholpen door zijn herdershonden, heeft hij aandacht voor heel de kudde en is bereid om alle gevaren met hen te trotseren, meer nog hij gaat hen voor in die gevaren. De wolken rechts zijn donker en grijs, de rotsen zijn scherp en het landschap getuigt van een woeste, ruwe natuur met een mist die kil en gevaarlijk opklimt uit het dal. Temidden van dat woeste landschap staat de herder als een duidelijk teken van vertrouwen kaarsrecht, centraal, als het richtpunt en tevens als diegene die juist voor allen zorg wil dragen. Hij staat centraal en is dat ook omringd door de schapen en tegelijk is hij, door zijn aandacht volledig aan die schapen te wijden, juist niet. Hij stelt de anderen, zijn kudde, centraal. Hij is maar de herder van de kudde, maar By God een herder zoals Jezus het in het evangelie bedoeld. Hij is de herder waartoe Paus Franciscus ons zo vaak oproept. De herder die voor de kudde uitgaat, die met hen meegaat en tussen hen in loopt en hij die achter de kudde iedereen overschouwt en erop toeziet dat allen mee zijn, opdat het opnieuw één kudde mag zijn. Als we allemaal die herder zo willen navolgen dan zal het worden zoals Hij reeds zei: “en het zal worden: een kudde, een herder.”
Jef
Andere artikelen "Kunst in de Paastijd"