Als je de weg kwijtraakt,
geen vaste grond meer vindt
en dreigt te verdrinken,
wees niet bang: Ik zal er zijn.
Als het vuur gedoofd is
en je kou lijdt
in een nacht zonder sterren,
wees niet bang: Ik zal er zijn.
Als de bomen kaal zijn
en je honger hebt en dorst,
dan moge de Stem je zeggen:
wees niet bang: Ik zal er zijn.