Wie uit is op eerst en meest
heeft niets meer te winnen,
maar alles te verliezen.
Wie achteraan staat
en leeft van laatst en minst,
heeft niets meer te verliezen
en kan alleen nog winnen.
Op de maaltijd van het samenleven
nodig je best de minsten uit:
armen, gebrekkigen, kreupelen en blinden,
zij die nooit kunnen terugbetalen
wat je voor hen doet.
Hou het maar gratis
en besef
dat de belangrijkste dingen van het leven
toch niet te betalen zijn.
Zo gaat het er aan toe
wanneer Ik-zal-er-zijn-voor-u
de enige God mag zijn.