Bijna gaat het misten: de mensen bewegen
snel en onrustig in zichzelf verdiept;
het licht is traag, het houdt de stemmen tegen,
de wind hangt willoos in het grauw verschiet.
Wij raken langzaam los van alle dingen,
niets is er, dat ons nog verbergen kan,
wij zoeken overal herinneringen,
maar weten er de vruchteloosheid van,
tot alles uit ons hart is weggeslagen
en er niets over is, dat ons nog kent …
Dan, plotseling, begint een helder vragen,
voorzichtig eerst, wij zijn het licht ontwend,
maar onweerstaanbaar groeiend door de dagen,
zingend en stralend … want het is Advent!
Gabriël Smit