Kerk zijn is Maria zijn, want Maria heet: moeder van de kerk. Niet omdat ze grootse dingen heeft gedaan, - daarvoor was ze te arm van geesten te eenvoudig van hart - maar omdat ze God grote dingen heeft laten doen in haar leven.
Is Maria moeder van de kerk? Dan gaat haar verhaal verder in haar kinderen. Kerk zijn is gemeenschap zijn die in haar schoot leven draagt: het leven van de Verrezene; gemeenschap van mensen die zwanger zijn van Hem, en hun hele doen en laten op Hem afstemmen, zodat Hij kan geboren worden in onze praktijk van goedheid, van vrede en gerechtigheid, van inkeer en inzet.
Kerk zijn is gemeenschap van mensen zijn die zich laten bezielen door de Geest van de Onuitsprekelijke, die zich inleven in Hem zodat Hij zich kan uitleven in ons. En dat heeft niets van doen met man of macht, noch met berekening of prestatie, maar alles met de bereidheid om “Ik zal er zijn voor u” de rode draad te laten zijnin denken, doen en spreken.
Kerk zijn is Maria zijn: gemeenschap die het leven dat ze draagt toewijdt aan God en niet aan eigen eer. Het is ook Hem zoeken op momenten dat je Hem kwijt bent, en aanvaarden dat Hij anders is dan onze verlangens en dromen.
Kerk zijn is Maria zijn, gemeenschap die aanwezig iswaar het leven feest is, maar ook waar de wijn op is en het leven verwatert tot oppervlakkigheid en leegte. Het is de pijn en de zorgen van mensen delen en in God handen leggen,en alleen maar zeggen: doe wat Hij u zeggen zal.
Kerk zijn is Maria zijn, is elkanders vader, moeder, broer en zus zijn, verbonden zijn, niet door banden van het bloed, maar door het doen van wat God wil. Het is blij zijn, én zingen dat het magnifiek is dat God grote dingen doet in kleine mensen.
Maria, beeld en Moeder van de Kerk. In Maria mogen wij onze bestemming herkennen: zoals zij horen wij thuis, nu en later, in die wereld waar Hij die heet “Ik zal er zijn” de kern is, begin en einde is van alle leven. Waar God gebeurt.
Carlos Desoete