Er waren eens twee mannen die in een ziekenhuis een kamer deelden. De ene moest in bed liggen, de andere zat vaak bij het raam. Aan zijn buur die in bed lag vertelde de man bij het raam over alles wat er buiten te zien was: bomen, bloemen, kinderen … De man bij het raam was al oud en kwam zijn ziekte niet meer te boven. Op een dag stierf hij. De andere man werd langzaam beter. Toen hij kon rechtzitten, vroeg hij aan de verpleegster: 'Mag ik in die zetel bij het raam zitten?' De verpleegster bracht hem naar de zetel. Toen riep de man: 'Hoe kan dat nu? Ik zie alleen een muur! Toen mijn buur hier zat, vertelde hij me honderduit over alles wat er te zien was.' Toen zei de verpleegster: 'Je vriend was een blinde man. Hij dacht dat zijn verhalen je goed zouden doen.'