Een man strompelde door de woestijn. Hij had een zware zandstorm overleefd en zocht moeizaam zijn weg naar de oase. Alles had hij in de storm verloren: zijn vrienden, zijn bagage, zijn kameel … Hij had alleen nog zijn drinkzak om zijn schouder. Hij tuurde de horizon af in de hoop de oase terug te vinden. Zijn dorst leste hij met de laatste druppels in zijn drinkzak. De zon bleef branden. De oase was nog steeds niet in zicht. De man kreeg steeds meer dorst. Ineens zag hij in de verte een tas. Die stak half uit het zand. Een drinkzak, dacht de man blij. Hij liep in de richting van de tas. Moeizaam en geveld door de hitte. Maar de redding was nabij! Totaal uitgeput kwam hij bij de tas. Met veel moeite dolf hij die op uit het zand. Maar groot was zijn ontgoocheling toen hij de tas geopend had: die stak vol met diamanten.