Zalig die weten dat de nacht het donkerst is voor de dag begint. Zalig die met een onbevangen geest verwachting blijven koesteren. Zalig die speuren naar vonkjes hoop om ze als een fakkel aan te steken. Zalig die woorden spreken waaraan velen zich verwarmen. Zalig die mateloos goedheid tonen waarin je mag wonen Zalig die in huizen van vrede mensen nader brengen. Zalig die met zachte moed vriend en vreemde tegemoet gaan. Zalig die bewogen knielen naast wat nietig is in deze wereld. Zalig die Gods grootheid herkennen in het leven een Mens tussen de mensen. Zalig die met de Geest in de ogen dag aan dag meer mens worden.