“Te Lourd’op de bergen verscheen in een grot, vol glans en vol luister, de Moeder van God”. Zo begint het wereldbekende lied over de verschijningen van Maria in Lourdes. De componist is iemand van bij ons: Constant Verhulst uit Berlaar, koster aldaar.
Lourdes is zonder enige twijfel de bekendste Mariabedevaartplaats ter wereld. Van overal komen daar mensen om bemoediging te vinden bij Maria. Ook uit onze streken en uit onze Pastorale Eenheid trokken mensen er regelmatig naartoe en zullen dat waarschijnlijk weer doen als het Covidgevaar zal geweken zijn. Ook vinden we op vele plaatsen in ons land ‘Lourdesgrotten’, kopieën van de eigenlijke grot in Lourdes. Een Lourdesgroep in onze eenheid had de gewoonte om elk jaar op Paasmaandag op bedevaart te gaan naar een andere Lourdesgrot ergens in België. Hopelijk zullen we deze mooie traditie vlug kunnen hernemen.
Op 11 februari vieren we dus ‘Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes’: Maria die te Lourdes vereerd wordt. Deze verering gaat terug op de achttien ‘verschijningservaringen’ die het arme meisje Bernadette Soubirous heeft gehad tussen 11 februari en 16 juli 1858. Op 11 februari ging ze met enkele vriendinnetjes hout sprokkelen langs de rivier de Gave, vlakbij het stadje Lourdes. Plots zag zij “iets” bovennatuurlijks: een meisje dat naar haar glimlachte en haar wenkte om te komen. Het oude lied vat meerdere verschijningen samen:
“Zij riep Bernadette, een nederig kind. ‘Wie zijt gij’, vroeg ’t meisje, ‘die u daar bevindt?’ ‘Ik ben d’onbevlekte en zuivere maagd, gans vrij van de zonde heb ik God behaagd’ “.
Pas op 25 maart zegt het meisje wie ze is, in het plaatselijk dialect: “ Que soy era Immaculada Councepciou” – “Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis”. Het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria was vier jaar eerder, in 1854, afgekondigd. Tevoren had Maria Bernadette al uitgenodigd om de rozenkrans te bidden en om boete te doen voor de zondaars. Ze liet haar ook drinken uit een bron die er ontsprong. Later vroeg Maria aan Bernadette om aan de plaatselijke priesters de boodschap te brengen dat ze wenste dat er een kapel werd gebouwd op de plaats van de verschijningen.
Dat wordt allemaal bezongen in het oude lied:
«Zij deed er ontspringen een klare fontein met helende waat'ren, als waar medicijn. ‘lk wil hier een tempel, op Massabiëls rots. Ik zal hier doen schittren, de wonderen Gods! Dat pelgrims hier komen, van wijd en van zijd: 'k zal zalving hier geven aan ieder die lijdt.’».
Bernadette maakte eerst heel wat tegenstand mee vanwege de politie en de plaatselijke geestelijkheid. Maar meer en meer mensen kwamen naar Lourdes om te zien wat er gebeurde, hoewel ze zelf niets zagen, enkel Bernadette die in gesprek scheen met iemand. Op 16 juli, feest van Onze-Lieve-Vrouw van de Karmel, vond de laatste verschijning plaats. Enkele jaren later zou Bernadette in het klooster gaan in Nevers, ver van Lourdes, en er een verborgen leven leiden tot aan haar dood in 1879.
Maar mensen blijven op bedevaart komen in Lourdes. Een heiligdom werd gebouwd en steeds meer uitgebreid. Zieken vinden er troost en soms zelfs genezing. Velen ontvangen er kracht. Lourdes is een plaats geworden waar mensen van overal ter wereld zich thuis voelen. ‘Thuis komen bij Maria’… zo kan je het Lourdesgebeuren omschrijven. Met name op 11 februari denken we daaraan en weten we ons verbonden met zovele mensen die zich thuis voelen bij moeder Maria. En we vragen Maria voor hen en voor ons te bidden.
Pastor Benno