De pastores van de pastorale eenheden Etterbeek-Woluwe en Sint Franciscus werken sinds enige tijd samen als één ploeg ten dienste van beide eenheden. De aldus uitgebreide ploeg werd tijdens een eucharistieviering in de twee pastorale eenheden aangesteld. Op 27 januari gebeurde dit voor Sint Franciscus in de gemeenschapskerk.
Onze deken, Eric Vancraeynest, las de aanstellingsbrieven door monseigneur De Kesel en monseigneur Kockerols voor van de pastores Benno Haeseldonckx, Chris Ruelens en Ludwig Van Heucke, die nu ook samen met de pastores Gino, Mariette en Tony ten dienste staan van Sint Franciscus.
Ik vond het inspirerend te horen hoe de leden van de verruimde ploeg van pastores vervolgens hun engagement uitspraken, waarbij ieder van hen een verschillend facet van dat gezamenlijk engagement verwoordde. Het drukte naar mijn gevoel mooi de welgemeende wil van ieder van hen uit om in de dienst aan de gemeenschap als een hechte ploeg mekaar te ondersteunen en aan te vullen.
Zoals bij elke gemeenschapsviering was ik dankbaar voor dit verzorgde en constructieve gebeuren.
Tegelijk was er ook pijn in mijn hart, want een aanstellingsviering die de fusie van twee reeds uitgestrekte pastorale eenheden voorbereidt, herinnert aan het feit dat de Christelijke ziel aan het verdwijnen is uit onze maatschappij. In dit verband ervaarde ik de Eerste lezing uit de tijd van de ballingschap van de Joden als een bemoediging van de Heer.
Ik vermoed dat in de tijden van ballingschap, de Joden met dezelfde vragen worstelden als velen onder ons in de Kerk nu. Ze hadden periodes gekend van zegen en overvloed waarin ze God aan het werk hadden gezien. Ze hadden zich daardoor een sterk volk gevoeld, met midden onder hen die rots van een tempel, de aanwezigheid van God zelf onder hen. En dan kwam er die ontstellende tijd van ballingschap. Ze werden verslagen, als slaven afgevoerd, de tempel werd verwoest. Waar was toch hun God? Velen dachten: het was allemaal maar een illusie, onze God is dood, en ze gaven het op. Een kleine kern echter besefte dat de enige uitweg uit deze impasse erin bestond om de bron van genade die God is, en die ze als volk in hun zondigheid uit het oog verloren waren, terug van harte op te zoeken en te dienen, ondanks alles. De Eerste lezing uit het boek Nehemia getuigt van de vrucht - pas vele jaren later - van deze moedige en volgehouden inzet: de uittocht uit de ballingschap en de heropbouw van Jeruzalem.
Ik voelde in deze lezing een bemoediging voor ieder van ons om net als Nehemia en Ezra en de kleine rest van Israël in tijden van ballingschap de moed niet op te geven. Zoals zij dat deden, zijn ook wij geroepen om geduldig en trouw volhardend het zaad van het geloof levend te houden gedurende de geloofswinter waarin we ons bevinden om zo dit zaad rijkelijk te kunnen uitstrooien wanneer een nieuwe lente zich aandient en de grond weer ontvankelijk wordt voor kiemen van leven.
Ik wil deze reflectie afronden met een stukje uit een treffend radio interview in 1969 over de toekomst van de kerk, waarin Jozef Ratzinger (de latere Paus Benedictus XVI) een vruchtbare Nehemia-ingesteldheid van minder vruchtbare benaderingen onderscheidt, en ons zo naar mijn gevoel een belangrijke lichtbaken aanreikt:
“De toekomst van de Kerk kan en zal voortspruiten uit mensen die diep geworteld zijn en die leven vanuit de zuivere volheid van hun geloof. Niet uit mensen die zich enkel oriënteren op wat voorbijgaand is, op de mode van het moment, en ook niet uit mensen die alleen maar kritiek hebben op anderen en ervan uitgaan dat zijzelf de onfeilbare maatstaf zijn. De toekomst van de Kerk zal ook niet voortspruiten uit mensen die de makkelijke weg kiezen, die de lijdensweg van het geloof omzeilen, die al wat veeleisend is, al wat pijn doet en om zelfopoffering vraagt, afdoen als fout en verouderd, als dictatoriaal en legalistisch.”
Ja Heer, help ons om die zuivere volheid van het geloof met hart en ziel te zoeken, er ons diep in te wortelen en er ten volle van te leven.
Emmanuel
Meer foto's vind je hier