
Ken je dat gevoel? Je zou het een soort onbehagen kunnen noemen waarbij je niet echt weet waardoor je onbehaaglijk bent. Je voelt hooguit aan dat er "iets" mankeert, zonder dat je juist kan zeggen wat het is... Dat is voor mij een gevoel dat zeer goed bij de sfeer van de eerste dagen van de Advent past. Van het oude jaar voel je aan dat het niet verder kan, maar wat moet er dan in de plaats komen? Het is nog te duister om het goed te kunnen zien...
De liturgie van de eerste Adventsdagen roept op tot waakzaamheid. Er is iets op komst. Maar er wordt niet bij gezegd waarvoor je waakzaam zou moeten zijn of waar je speciaal zou moeten op letten. Het heeft in die zin iets onbestemd. Het enige dat je kan doen is afwachten...
We weten allemaal dat de tijd van de Advent uitkijkt naar het Kerstfeest. Toch is dit geen passief afwachten, zoals je in de wachtzaal bij de dokter zou doen. Het is tegelijk een tijd om jezelf in vraag te stellen. Niet toevallig wordt in de advent opgeroepen tot bekering. Het geeft aan dat wat verwacht wordt niet puur buiten ons om gebeurt. Wij hebben er zelf een bepaalde rol in te spelen. Allicht niet in de zin dat wij zelf er door een bepaald gedrag voor zorgen dat het Kerstmis zal worden, maar wel dat er in ons iets moet gebeuren opdat we zouden open komen voor het Kerstfeest
Het wil ook zeggen dat je daarvoor kan open staan, maar dat het eveneens mogelijk is om je ertegen te verzetten. Bekering is altijd een waagstuk, je weet nooit vooraf waar het je brengt. Je kan er alleen op vertrouwen. Laten we het toch maar riskeren, in het vertrouwen dat wat God belooft, alleen maar beter kan zijn...
Tony, pastor