De titel van dit artikel is een citaat uit Johannes 2, 13-25. Dit fragment uit de bijbel diende als basis van onze GBL bijeenkomst van maandag 19 februari.
Zoals gewoonlijk starten we onze avond met een lied en een psalm: ‘Erbarm U, God en delg genadig…’ en Psalm 19 ‘De wet van de Heer is volmaakt: levenskracht voor de mens’. Maar het is vooral Johannes die ons echt aan het nadenken en aan het werk zet die avond. U kent ongetwijfeld het verhaal uit hoofdstuk 2: Jezus treft in de tempel, het huis van zijn Vader, verkopers allerhande. Hij maakt zich heel boos, gooit hun tafels omver en drijft ze allemaal naar buiten. Dat is iets wat we van Jezus niet gewoon zijn. In de meeste bijbelverhalen zien we Hem vol zelfbeheersing, zelden gewelddadig. Als Jezus zich hier kwaad maakt, dan is dat omdat Hij heel duidelijk wil maken wat Hij wil zeggen. Hij is enorm gechoqueerd omdat de meeste Joden te zeer bezig zijn met wat ze God willen offeren. Maar dat is niet belangrijk. Wat dan wel? Met welke ingesteldheid ze naar de tempel komen. Openen ze hun hart voor de Heer die één en al Liefde is? Datzelfde telt ook voor ons vandaag. Met welke ingesteldheid komen wij naar de viering? Maken we voldoende tijd voor gebed? Vragen die ons oproepen en doen nadenken, zeker in deze veertigdagentijd.
Ook de Joden waren verbaasd over het optreden van Jezus. Ze vroegen Hem: ‘wat voor teken kunt Gij ons laten zien dat Gij dit doen moogt?’ En Jezus antwoordde: ‘breek deze tempel af en in drie dagen zal Ik hem doen herrijzen’. Niet de tempel in Jeruzalem is hier aan de orde, maar het lichaam van Jezus zelf. Pas veel later, na zijn dood én verrijzenis begrepen zijn leerlingen wat Hij gezegd had: het is de Liefde van God, de Liefde tot het uiterste die overwint. De kracht van geweldloos verzet.
Samen komen we tot de conclusie dat ook Jezus, als mens, gedurende zijn leven een weg heeft afgelegd en dat ook wij daar kracht mogen uit putten en ten volle beseffen dat we ons hele leven lang een weg afleggen, moeten groeien ook, om zijn voetspoor te blijven volgen.
Ria V.A.
