Eén van de voordelen van de openlucht-Eucharistievieringen van onze Pastorale Eenheden is dat je op plaatsen komt waar je anders nooit komt. Dit was ook zo bij mij voor de viering van de 7de Paaszondag op 16 mei in de Sint-Jozefsbasisschool aan de Vanderveldelaan in Woluwe tegenover de Kapelleveldkerk (OLV van Hemelvaart). Een ander voordeel is dat je natuurlijk eindelijk nog eens wat oude bekenden kan terugzien. En voor mij was het de eerste keer dat ik, onder andere, pater Ludwig, de voorganger, nog eens zag.
Tot mijn grote vreugde mocht ik van pater Ludwig de schoolbel luiden bij het begin van de viering (en tijdens de consecratie) waarna hij ons van ganser harte begroette ‘onder de bloeiende kastanjeboom’. De viering stond in het teken van Gods Liefde, het expliciete thema van de tweede lezing uit de Eerste Johannesbrief die Chris ons bracht en het Evangelie uit de Afscheidsrede van Jezus in het Johannesevangelie (Joh.17,11b-19). Tijdens de homilie hoorden we van het ‘onbegrijpelijke onbegrip’ waarrond het Johannesevangelie is gebouwd. Hoe Johannes maar niet kon begrijpen dat Jezus die zo vol Liefde en Goedheid was niet kon geloofd en gevolgd worden door iedereen: “Het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis kon het niet aan.” (Joh1, 5) Een thema dat terugkomt in het ganse eerste deel over het openbare leven van Jezus. En dan bij het Paasfeest, het begin van het lijden en sterven van Jezus, krijgen we de intiemste Jezus te zien. Hij heeft ons niet alleen leren bidden tot de Vader, maar in de Afscheidsrede horen we Jezus met zijn Vader spreken. We horen hoe Hij zijn Vader vraagt om ons te behouden voor het kwade.
Tijdens het Eucharistisch Gebed hebben we ook gebeden voor de mama van pastor Gino die de dag voor moederdag onverwacht is overleden en op vrijdag is begraven.
En ook belangrijk, zeker in deze coronatijden, is het ‘bijpraten’ voor en na de Eucharistieviering. Een deugddoende ervaring, zo terug met oudbekenden kunnen vieren onder een bloeiende kastanjeboom.
Dirk Van Erps