(26 juni 2022, kerk van Sint-Jozef, Evere)
In die tijd zei iemand tot Jezus: “Ik zal u volgen, waar Gij ook heen gaat.” Jezus sprak tot hem: “De vossen hebben holen en de vogels hun nesten, maar de Mensenzoon heeft niets waar Hij zijn hoofd op kan laten rusten.” Tot een ander sprak Hij: “Volg Mij.” Deze vroeg: “Heer, laat mij eerst teruggaan om mijn vader te begraven.” Jezus zei tot hem: “Laat de doden hun doden begraven; maar gij, ga heen en verkondig het Rijk Gods.” Weer een ander zei: “Ik zal U volgen, Heer, maar laat mij eerst afscheid nemen van mijn huisgenoten.” Tot hem sprak Jezus: “Wie de hand aan de ploeg slaat, maar omziet naar wat achter hem ligt, is ongeschikt voor het Rijk Gods.” (Lc 9, 57-62)
Ik weet niet wat jouw reactie is bij het stukje evangelie dat we op deze zondag te horen krijgen, maar voor mij klinken deze woorden wat ontmoedigend. Het gaat over het volgen van Jezus. Maar blijkbaar stelt Jezus nogal grote eisen en verwachtingen aan de mensen die hem willen volgen. Aan de één zegt hij dat hij niets mag bezitten, aan een tweede dat hij zijn dode vader niet mag gaan begraven, en aan een derde zegt Jezus dat hij geen afscheid mag nemen van zijn vrienden. Nochtans zijn dit allemaal heel lovenswaardige zaken. Wie wil nu geen huis en dak boven zijn of haar hoofd? Dat wil toch iedereen? En jouw vader begraven, dat is toch het minste wat je kan doen? En afscheid nemen van jouw huisgenoten is toch één van de elementairste vormen van beleefdheid? Het lijkt bijna alsof je een heilige moet zijn om Jezus te volgen. Niets voor ons dus. Er zijn natuurlijk tal van heiligen die Jezus op die manier gevolgd zijn, die alles hebben achtergelaten om in Jezus’ voetstappen te treden. Zo iemand was bijvoorbeeld de heilige Aleidis, de heilige naar wie onze nieuwe pastorale eenheid genoemd wordt. Ze leefde in de dertiende eeuw en was afkomstig uit een boerenfamilie uit Schaarbeek. Het is dus wel degelijk een echte heilige van bij ons! Trouwens, zowel in de voormalige eenheid Sint-Franciscus als in de voormalige eenheid Etterbeek-Woluwe hebben we een Sint-Aleidiskerk. Een goede reden dus om haar als patroonheilige te kiezen. Maar om terug te keren op haar leven: op heel jonge leeftijd liet ze alles achter om binnen te treden in de Cisterciënzerinnenabdij van ter Kameren aan de rand van het Zoniënwoud. Zij is dus een voorbeeld van iemand die alles achterliet om Jezus te volgen. Maar wij zijn natuurlijk Sint-Aleidis niet! Wat kan het dan voor ons betekenen om Jezus te volgen? Welnu, als Jezus iets zegt is hij vaak heel radicaal, en dit vooral om zijn toehoorders wat te choqueren in de hoop dat ze het zouden begrijpen. Ook hier in dit stukje evangelie. Wat Jezus vooral duidelijk wil maken staat op het eind van het evangeliefragment dat we hoorden: ‘wie omziet naar wat achter hem ligt, is ongeschikt voor het Rijk Gods’. Jezus wil dus met andere woorden zeggen dat we niet voortdurend achterom moeten kijken als we hem willen volgen. Volgelingen van Jezus leven niet met hun hoofd in het verleden, maar in het heden, en houden de blik op de toekomst gericht. Dat is wat Jezus ons wil zeggen, en dat is zonder twijfel iets wat voor elk van ons kan gelden. Want hoe vaak zeggen we immers niet: ‘vroeger was alles toch anders en beter’? Ook in de Kerk zijn we vaak geneigd om achterom te kijken. Dan zeggen we: ‘vroeger was alles anders. Dan zaten de kerken tenminste vol. Dan had je nog volk in de viering.’ Maar Jezus zegt echter: kijk niet voortdurend achterom. Niet achterom kijken is ook datgene wat we willen doen in onze nieuwe eenheid Aleidis (de ‘sint’ laten we er af om het wat vlotter en hipper te laten klinken). Misschien vraag je je af waarom we nu deze stap zetten, namelijk van twee pastorale eenheden één enkele eenheid maken. Welnu, we doen dit voornamelijk om de toekomst voor te bereiden. We doen het dus met de blik vooruit. Omdat we er bijvoorbeeld van overtuigd zijn dat het veel vruchtbaarder is om als een team van pastores de pastorale zorg te dragen voor een bepaald gebied dan dat je dat helemaal in je eentje doet. Zo draag en steun je elkaar in die opdracht. We doen het ook omdat we geloven dat we als gemeenschappen onze krachten moeten bundelen vandaag de dag. Het doet immers deugd om met meerderen die in Jezus geloven samen te komen. Het geeft kracht en moed. Dit samenbundelen van krachten helpt ons ook om als Nederlandstalige kerkgemeenschap iets uit te stralen in deze samenleving, in onze stad Brussel. Zo kunnen we naar buiten toe tonen hoe goed het is om samen te komen rond Jezus, en kunnen we misschien anderen die op zoek zijn, inspireren om ook deel te nemen. Want geloven kan ook vandaag voor mensen die te midden deze wereld staan het leven verrijken. En ook bij dit alles kan Aleidis ons tot voorbeeld zijn. Toen ze immers in de abdij Ter Kameren zat, werd Aleidis al vlug ziek. Ze kreeg lepra en werd stilaan blind. Omwille van haar ziekte moest Aleidis echter in quarantaine en verbleef ze noodgedwongen in een kluis in de tuin van de abdij, afgezonderd van de buitenwereld en van haar medezusters. Maar ondanks dit isolement raakte Aleidis op de één of andere manier dieper verbonden met de wereld rondom haar, met haar medezusters, maar ook met de ruimere samenleving. Ze bad voor alle mensen die net als zij te lijden hadden. Op paradoxale wijze zorgde haar isolement dus voor een grotere betrokkenheid op de wereld. En ook dat is één van onze betrachtingen, een gemeenschap zijn die midden deze wereld staat en openstaat op de ruimere wereld. Een gemeenschap met een open blik op maatschappij en samenleving, verbonden met velen, en tevens een gemeenschap die een warme thuis biedt aan allen die Jezus een plek willen geven in hun leven van elke dag. Dat is wat we als pastorale eenheid Aleidis willen doen. En als we hier in slagen, dan wordt het Rijk Gods, die droom van God met ons en met de wereld waar we telkens om bidden in het Onze Vader, een stukje realiteit, nu reeds hier, in onze eigen gemeenschap. Wij als pastores hebben er in ieder geval heel veel zin in om hieronder onze schouders te zetten. Jullie ook?
Pastor Gino.