De wintertijd is begonnen. Er is de laatste tijd nogal wat te doen geweest rond de omschakeling naar zomer- en wintertijd. Sommigen willen van het voortdurend gedraai met de klokken af, omdat het ons bioritme zou verstoren. En daar is natuurlijk wel iets van aan. Ons lichaam is ingesteld op vaste gewoontes. Dergelijke vaste routines zijn trouwens ook gezond. Wie een regelmatig leven leidt, elke dag op hetzelfde uur opstaat en gaat slapen, de vaste uren van de maaltijden respecteert, leeft langer en gezonder, en is minder onderhevig aan stress. Dus altijd zomertijd of altijd wintertijd zou ons bioritme ten goede komen. Vraag is natuurlijk nog wat we moeten kiezen: permanent zomertijd of permanent wintertijd? Ook in de Kerk heeft men al heel lang begrepen dat een zekere regelmaat belangrijk is. Vandaar dat er zoiets bestaat als het ‘kerkelijk jaar’. Alle feesten hebben hun tijd, de belangrijkste feesten hebben een voorbereidingstijd en wat we zouden kunnen noemen een ‘uitlooptijd’, en er zit een zekere zin in de opeenvolging van de verschillende kerkelijke feesten. Dit alles is gezond voor ons spiritueel welbevinden. Het kan echt deugd doen mee te deinen op de cadans van de kerkelijke tijden, om tijdens de advent een lange periode van verwachting in te bouwen, om tijdens de veertigdagentijd een periode van inkeer en ommekeer te beleven, om in de paastijd gedurende een lange periode te genieten van het nieuwe leven dat ons geschonken wordt en de vreugde centraal te stellen. Ook de komende liturgische tijd, de tijd vlak voor de advent, heeft een eigen kleur. Men noemt het soms wel eens ‘de eindtijd’, het is het einde van het kerkelijk jaar waarbij de lezingen tijdens de zondagsvieringen vaak wat somber en donker zijn. Dat past ook perfect met de tijd waar we voor staan, de tijd van Allerheiligen en Allerzielen, een tijd waar we ons verbonden weten met de aftakelende natuur, een tijd waar we onze geliefde overledenen herdenken, een tijd van naar binnen keren en van weemoed. Niet om erin vast te blijven zitten, maar om van daaruit dan te beginnen verlangen, het verlangen van de advent… Alles heeft zijn tijd, lezen we in het boek Prediker. Laten we ons dus maar meevoeren met de deining van het kerkelijk jaar. Het is een ‘wellness’-behandeling waar ons spiritueel bioritme enkel maar baat bij kan hebben…