Even een woordje over Pieter-Tom.
Geboren op 13 september 1992, als oudste zoon, werd snel duidelijk dat er iets scheelde. Hij sliep moeilijk, eten ging moeizaam, heel veel huilbuien… Op zijn eerste Kerstmis kreeg hij een eerste zware epilepsieaanval. Vanaf een jaar of vier gaat hij op internaat waar hij tijdens de week verblijft. Papa, mama en zus doen alles om hem te stimuleren en te helpen ontwikkelen – op zijn maat, met zijn interesses. Hij is zot van dieren, treinen en auto’s, puzzels. Maar hij heeft constant één op één begeleiding nodig.
Zijn papa vertelt over de lockdown.
“Op vrijdag 13 maart 2020 sta ik voor de verscheurende keuze : ofwel houden we Pieter-Tom hier in quarantaine voor onbepaalde tijd ofwel laten we hem daar zonder dat we hem zien. Ik moet eigenlijk meteen beslissen. Ik kan geen contact hebben via skype of zoom want dat verstaat hij niet, dat is dus uitgesloten.
In zijn leefgroep wordt hij heel goed opgevangen, maar zoals voor iedereen vallen een heel aantal activiteiten weg: zwemmen, met de bus ergens naar toe gaan, op café iets gaan eten, met Sven rijden op de huifkar en paard, …Vanaf juni mag ik hem wel weer zien. Wat een opluchting… maar opnieuw de keuze: naar de leefgroep gaan en met hem een uur, maximum twee, wandelen met Pieter-Tom in de rolstoel. Of hem hier opvangen, maar als hij - of ik - ziek wordt, moet hij hier verblijven in quarantaine. Dat combineren met een fulltime job is niet mogelijk.
Gelukkig is er een tuin achter de leefgroep waar hij met zijn aangepaste fiets rondjes kan rijden en zelfs een jacuzzi waar hij in de zomer erg van geniet.
Maar alles wat wij missen, mist Pieter-Tom ook. De “live” vieringen waar hij zo van houdt, de gezangen, de kinderen, de geur van wierook, de kaarsen, het groeten van de pastores en lieve mensen, de recepties achteraf waar hij gulzig chips mag eten.
Het is moeilijk te vatten, en het is alleszins wonderlijk : in de kerk komt hij tot rust. Waar hij in het gewone leven soms roept en tiert en stampt, ook schijnbaar zonder aanleiding, ervaart hij een tijd van zijn, eenvoudig, zonder verwachtingen, zonder stress. Misschien is dat de essentie: hij voelt zich aanvaard zoals hij is, hij voelt zich graag gezien zoals hij is. En is dat niet waar wij gelovigen ook zo’n deugd van hebben?
Sophie Vanhaverbeke