Van 27 februari tot en met 7 maart is het de Week van de Vrijwilliger en voor ons ook het ideale moment om ‘onze’ vrijwilligers in de bloemetjes te zetten, zij het figuurlijk dan wel. We organiseerden een ‘zoom-sessie met Luc Faems, een van de vele vrijwilligers uit onze pastorale eenheid. Maar Luc is ook op het Vicariaat heel actief. Waar houdt hij zich vooral mee bezig en wat is zijn drijfveer? Dat laten we hem graag zélf vertellen.
Hoe ben je als vrijwilliger in de parochie begonnen?
Luc Faems: dat is ongeveer 25 jaar geleden begonnen. We gingen in die tijd naar de mis in Sint Aleydis. Daar was Jan Hardy heel actief en hij heeft me gevraagd om te helpen in de parochie. Bij iedere fusie en uitbreiding tot onze pastorale eenheid Sint Franciscus van vandaag ben ik mee verhuisd. In 2008 ben ik bij de bank met brugpensioen gegaan. Tony was toen onze pastor en heeft me gevraagd of ik ook op het Vicariaat kon helpen. Herman Cosijns, de toenmalige adjunct van de hulpbisschoppen was op zoek naar mensen. Sinds 2 september 2008 werk ik 2 dagen per week op het Vicariaat.
Wat zijn jouw taken op het Vicariaat?
LF: in het begin kwam dat in grote lijnen erop neer dat ik voor het Vicariaat hetzelfde deed als wat ik in de parochie deed: de financiën en de boekhouding. Het pastoraal werk in de parochie en op het Vicariaat brengt uitgaven mee zoals in ieder ander bedrijf. Die facturen en kostennota’s controleren, nazien, en van de nodige handtekeningen voorzien en aan de boekhouding van het bisdom in Mechelen bezorgen is vaste routine.
Maar geleidelijk aan is daar van alles bijgekomen.
Zo is er ook een kas op het Vicariaat, fysiek geld dus voor kleine uitgaven. Die moet ik maandelijks nakijken en ook aan de boekhouding in Mechelen bezorgen.
Nog een andere, belangrijke taak is het opmaken van de begroting. Contacten met de verschillende diensten voor het verzamelen van informatie (welke activiteiten worden gepland, enz.) en die centraliseren. Dat wordt dan besproken samen met de verantwoordelijke van de boekhouding van het bisdom, de bisschoppelijk afgevaardigde voor het Tijdelijke, monseigneur Kockerols en pastor Tony als adjunct van de hulpbisschop. Tot nu toe liep de werking goed, maar corona ziet het er voor 2020 en wellicht ook voor 2021 niet goed uit. De vaste kosten blijven doorlopen en er zijn minder inkomsten.
Heeft Corona ook invloed op jouw manier van werken?
LF: tijdens de eerste lockdown moest ik mij natuurlijk ook aanpassen. Veel vergaderingen doen we nu via Zoom. Ik ben blijven halve dagen naar het Vicariaat gaan want niet alleen de facturen en kostennota’s maar ook heel wat andere taken kunnen we niet blijven uitstellen of via telewerking doen.
Kan je ons daar nog wat meer over vertellen?
LF: ik maak ook deel uit van het Directorium van het Pastoraal Centrum. Dat directorium behandelt alles wat te maken heeft met de gebouwen van het Vicariaat: onderhoud, verwarming, huisvesting van haar diensten, van enkele externe entiteiten, ook de veiligheid en brandveiligheid van de gebouwen. Daarvoor zijn er periodieke vergaderingen.
Ook hier kan een vergelijking gemaakt worden met het beheer van de gebouwen van de pastorale eenheid. Daarvoor zijn er bicommunautaire comités waar Nederlandstaligen en Franstaligen samenwerken. Voor Sint Franciscus alleen al zijn er aan Franstalige kant drie pastorale eenheden: Kerkebeek, Meiser en Côteaux, waarmee moet worden vergaderd en beslissingen worden genomen. Ik maak ook deel uit van twee van deze bicommunautaire comités. Het gaat dus niet om de kerkgebouwen want dat is de taak van de Kerkfabriek, maar over alle andere gebouwen: gebouwen die worden gebruikt als pastorie, kantoor, woning, parochiezalen, scholen. Het zijn meestal oudere gebouwen waardoor er natuurlijk veel onderhoud is maar soms ook grote kosten moeten worden gemaakt zoals voor een nieuwe verwarmingsketel.
Ik ben op het Vicariaat ook lid van de Economische Raad. De Economische Raad heeft als opdracht steun te verlenen aan de kerkfabrieken en de Verenigingen van de Pastorale Werken (m.a.w. het tijdelijke). Alle belangrijke beheersverrichtingen van de kerkfabrieken en de VPW’s , zoals aan- en verkoop van immobiliën, afsluiten van erfpachten, belangrijke renovaties, het aanvaarden van erfenissen, enz. moeten voorgelegd worden aan de Economische Raad. De aartsbisschop geeft dan toelating of niet op advies van de raad. De andere leden van de raad zijn Pastor Tony als adjunct van de hulpbisschop, Thierry Claessens adjunct van de hulpbisschop voor het tijdelijke en de 4 intendanten die per dekenij zijn aangesteld voor het tijdelijke.
Van alle vergaderingen die ik bijwoon, ben ik ook de verslaggever.
Geeft jou dat voldoening, al dat werk voor de parochie en het Vicariaat?
LF: in het begin wist ik niet goed wat ik er moest van denken. Maar ondertussen besef ik dat het niet iedereen is gegeven om het beheer van de Kerk ter harte te nemen. Dat kan niet meer door 1 persoon zoals in de beginperiode van Herman Cosijns. De laatste jaren is de werking op punt gesteld en veel verbeterd.
Veel mensen denken dat de Kerk rijk is maar wat er is, vraagt veel onderhoud. Ze vergeten dat veel van de gebouwen oud zijn en veelal in een belabberde staat. Die financiële kant opvolgen en uitbouwen, zorgen dat de pastoraal zijn werk kan doen, dat geeft voldoening. Na mijn pensioen had ik kunnen thuis blijven, maar door dat vrijwilligerswerk heb ik ook veel sociale contacten zowel aan Nederlandstalige als aan Franstalige kant. We helpen elkaar en staan ten dienste van de pastoraal. Ik ben vrij streng en zie erop toe dat er geen nutteloze uitgaven worden gedaan maar dat de pastoraal de nodige middelen heeft.
Bedankt Luc voor je jarenlange enthousiaste inzet! En ik hoop vooral dat je dat vele boeiende en zo noodzakelijke vrijwilligerswerk nog héél lang met diezelfde inzet kan blijven verder doen.
Ria V.A.