Op 15 augustus was het 60 jaar geleden dat zuster Rita (Wevers) kloosterzuster werd. Daarvoor kreeg ze tijdens de viering in Sint Jozef een hartelijk applaus en mocht ze ook een geschenk ontvangen als dank voor de vele jaren inzet in de parochie en de zorg die ze besteedt aan de kerk en alles wat bij de vieringen nodig is. Zuster Rita is een ‘stil bijtje’ dat naarstig werkt in de luwte en alle aandacht schuwt. Voor ons redactieploegje was dit jubileum dé ideale gelegenheid om haar hier voor te stellen, iets wat ze ons na lang aandringen, nu bij deze gelegenheid toch niet meer kon weigeren.
Van waar ben je afkomstig?
Zuster Rita: ik kom uit Limburg ; ben geboren in Opglabbeek. Als kind speelde ik met de kinderen uit de buurt veel op de zanderige Oudsberg (nu nog een natuurgebied dat in 2019 zijn naam zal geven aan de nieuwe fusiegemeente Oudsbergen, een samenvoeging van Opglabbeek en Meeuwen-Gruitrode).
Ik kom uit een gezin van 14 kinderen, mooi gelijk verdeeld in 7 jongens en 7 meisjes. Opgroeien in een groot gezin is plezant. Ik heb dat altijd graag gehad. We woonden in het gehucht Louwel en liepen er school tot 9 jaar. Daarna moesten we naar de school in Opglabbeek. Ook voor de vieringen gingen we met ons gezin naar Opglabbeek. En dat was in die tijd toch wel een half uur stappen. Later werd in Louwel een nieuwe kerk gebouwd want de wijk breidde enorm uit en er waren veel grote gezinnen. Mijn vader heeft nog geld ingezameld om de nieuwe kerk te financieren.
Heb je nog meer herinneringen aan vroeger ?
Z.R.: in 1944 heb ik mijn Eerste communie gedaan in Opglabbeek en in 1949 ben ik gevormd. Het vormsel was soms ook in een andere parochie en ik wilde heel graag eens ergens anders naartoe maar de bisschop kwam dat jaar bij ons in Opglabbeek. Indertijd werd veel gebeden voor roepingen. En ik wilde graag naar het klooster maar mijn moeder hield me liever thuis want ze kregen toen kindergeld tot 21 jaar voor wie thuis hielp in het huishouden. Uiteindelijk ben ik eerst gaan helpen in de home van de zusters in Brussel. Dan ben ik op 15 augustus 1958 naar het klooster gegaan, postulant en novice geworden, een jaar later volgde de professie en nog later in 1963 heb ik de eeuwige geloften afgelegd. Na mijn noviciaat heb ik in Sint Jan voor bejaardenhulp gestudeerd en daarna heb ik nog stage gelopen in de Hoogstraat en in Vilvoorde. Samen met de andere zusters heb ik veel jaren dag en nacht gewerkt om zieken te verzorgen. Maar er waren ook veel momenten om te bidden: ‘s morgens om 6 uur was de meditatie en morgengebed, om 7 uur de mis, ‘s middags de vespers en ‘s avonds het avondgebed.
Toen mijn ouders ziek werden, mocht ik wel naar huis gaan om hen te verzorgen. Ik heb zowel voor mijn moeder als voor mijn vader mogen zorgen toen ze oud waren en ziek werden.
Bij de Zwartzusters gingen we ook ‘lijken’ dat is: overledenen afleggen. Soms belde de begrafenisondernemer zelfs ’s nachts. De eerste overledene die ik heb moeten afleggen was al een week voordien gestorven. Dat was niet gemakkelijk vooral omdat ik nog erg jong was, maar je went daar geleidelijk aan.
In de winter was er geen verwarming. In onze ‘cellen’, zo noemden ze onze kamers, bevroor het water. Toen het Wit-Geel Kruis de zorg voor de zieken thuis overnam, is de home gestart waar we in het begin alleen vrouwen verzorgden, later zusters en priesters op rust. Alles samen 40 jaar.
Hoe ben je dan in Evere terecht gekomen?
Z.R. : we bleven maar met enkele zusters over in de Blaesstraat. Het huis was veel te groot en de verantwoordelijke van het bisdom gaf ons de raad op zoek te gaan naar een appartement. Via een verpleegster zijn zuster Bernadette en ikzelf in Evere komen zoeken naar een andere woonst want er werd hier toen veel gebouwd. Eens we hier woonden, heb ik de priester gebeld, kwamen we hier naar de viering en kregen we contact met verschillende mensen. Zo ben ik geleidelijk beginnen meezingen in het koor met Jan (Amerijckx) als koorleider en Paul (Delanghe) als organist. We hadden iedere vrijdag repetitie. Ik wilde ook graag mee helpen voor ziekenzorg waar Josée De Keyser voorzitster van was en ondertussen heb ik die taak al verschillende jaren overgenomen.
Aline Godin zorgde toen voor de bloemen in de kerk en ik vroeg haar of ze hulp kon gebruiken want ik ben graag bezig. Nu doe ik de bloemen samen met Alida. De moeilijkste dag is palmzondag want dan komen heel veel mensen palmtakjes vragen.
Ik voel me hier gelukkig in Evere. Vandaag komen mensen vaak de kerk binnen als ik hier bezig ben. Ze branden een kaarsje, hebben vragen of willen gewoon een praatje slaan. Ook op straat spreken mensen me aan, ‘la dame de l’église’ zeggen ze. Sommigen willen gewoon iets weggeven zoals een kerststalletje of een mooie kruisweg omdat ze moeten verhuizen. Ik vind er wel altijd een geschikte bestemming voor. Veel mensen dragen ook leed met zich mee en hebben nood aan een luisterend oor.
In naam van alle lezers : onze felicitaties zuster Rita! En dat je nog héél lang hier in Evere ten dienste van de mensen mag staan en mee zorg mag dragen voor onze kerk en voor de zieken van onze gemeenschap.
Ria V.A.