In een kerkgebouw is van alles te zien: een altaar, een ambo, een tabernakel, een doopvont, glasramen, een preekstoel, … Maar wat betekenen deze symbolen allemaal? Waarvoor dienen ze? En vooral: hoe vertellen ze ons iets over ons geloof? In enkele bijdragen onder de titel ‘Op wandel door het kerkgebouw’ willen we de komende weken stilstaan bij enkele van die symbolen in de liturgische ruimte die het kerkgebouw is. Vandaag starten we met de deur en de doopvont.
De deur waarlangs we het kerkgebouw binnenkomen is op het eerste zicht nogal evident. Toch functioneert de deur van een kerk als een belangrijke symbool. Elk huis heeft een deur. Wanneer je door de deur gaat, dan overschrijd je een drempel, dan kom je als het ware in een andere wereld. Als je bij iemand thuis binnenkomt, dan verlaat je de straat, het dagelijks leven, en treed je binnen in het intieme van iemand. Zo gebeurt het in zekere zin ook wanneer we de drempel van de kerk overschrijden. We verlaten dan ons dagelijks leven, en we treden binnen in een andere realiteit, die van God. Niet dat de twee niets met elkaar te maken zouden hebben! Integendeel zelfs! In de liturgie is het belangrijk dat ook ons gewone leven kan meezinderen. Maar toch is datgene wat in een kerkgebouw gebeurt van een andere orde dan wat er in ons dagelijks leven gebeurt: alles verloopt er wat plechtiger, wat ingetogener. De taal die er bijvoorbeeld gesproken wordt is anders dan de taal die we met onze vrienden spreken of de taal die we in een krant lezen. Ze is 'verhevener', 'poëtischer'. We stellen in een kerk ook handelingen die we anders niet doen, we bewegen er ons anders. En vooral: we praten in een kerk ook met een meer gedempte toon. Dit alles heeft te maken met de eerbied voor God. Ook de enorme volumes van een kerk helpen ons daarbij. Trouwens, de deur van een kerkgebouw is ook meestal groot en indrukwekkend, heel vaak op de koop toe ook rijkelijk versierd. Dit was om de mensen te laten zien dat ze een soort van 'heilige ruimte' binnentraden. De deur van een kerk is dus met andere woorden een belangrijk symbool, het herinnert ons eraan dat we een andere realiteit binnenstappen.
De doopvont is in de meeste kerken een versierd bekken op een voet. Vaak staat deze doopvont ook nog in een soort van 'doopkapel'. Het is in deze doopvont dat het doopwater wordt gegoten en waarin of waarboven kinderen en volwassenen gedoopt worden. Dit doopsel gebeurt tegenwoordig meestal door het gieten van wat doopwater over het hoofd, en dit 'in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest'. Vroeger (en op sommige plaatsen ook nu nog) gebeurde dopen echter door onderdompeling. Vandaar ook dat vroeger de doopvont eerder een heus bassin in de vloer was! Soms zie je dit nog in bepaalde kerken, o.a. in Italië. In ieder geval staat de doopvont meestal achteraan in de kerk. Dat de doopvont achteraan staat is niet zonder betekenis. Door gedoopt te worden, wordt iemand opgenomen in de geloofsgemeenschap. Wanneer je gedoopt bent, dan behoor je tot de familie van mensen die geloven in Jezus Christus. Meer nog, door het doopsel worden we verbonden met Jezus Christus zelf. Door ons te laten dopen zeggen we dat we in zijn voetspoor willen gaan leven, dat we Hem willen navolgen, dat we ons hele leven met Hem in relatie willen treden. Telkens wanneer we als christen dus binnenkomen in een kerk, worden we herinnerd aan ons doopsel, alleen al door het feit dat één van de eerste dingen die we zien de doopvont is.
(wordt vervolgd)
Pastor Gino