Toen ik voor dit gesprek naar Evere fietste was de grote zomervakantie nog maar pas begonnen. De meeste vakantiegangers maakten zich klaar om te vertrekken. In Evere had ik afspraak met Hilde Vandenhoute, directeur van het Heilig Hart van Maria-Instituut. Ze was de laatste dossiers aan het afwerken voor ze de schoolpoort voor enkele weken zou sluiten en zelf ook op vakantie zou vertrekken.
Sinds wanneer ben je zelf aan het werk in het HHMI?
Hilde Vdh: ik ben hier begonnen als kleuterleidster op 1 september 1978. Het was een van mijn allereerste jobs in Brussel. Normaal gezien voor 1 maand, en het werd telkens verlengd met een maand, tot het einde van het schooljaar. Uiteindelijk ben ik definitief mogen blijven. In die tijd waren hier maar 5 leerkrachten aan het werk. Het was nog een kleine school. Maar de school is blijven groeien, tot vandaag. Er zijn nu ongeveer 200 leerlingen, 20 voltijdse leerkrachten en nog enkele halftijdse.
En hoe lang ben je ondertussen al directeur?
Hilde: in september begin ik aan mijn 10e jaar als directeur van het HHMI. Toen ik 50 jaar werd zag ik uit naar een nieuwe uitdaging. Het was toen mijn droom hier ooit als directie te mogen werken. Toen de vorige directrice, Reinhilde Trooskens halftime ging werken, heb ik de stap gezet. Wij waren een sterk duo en enkele jaren later is Reinhilde met pensioen gegaan. Dan ben ik voltijds directeur geworden en is mijn droom uitgekomen. Het is wel zwaar want zowel de leerlingen, de leerkrachten en de ouders vragen aandacht op alle momenten van de dag. En dan is er ook nog heel wat administratie en het pedagogische mogen we zeker niet vergeten. Maar de kinderen blijven de hoofdzaak. Wat ik heel tof vind: dat oud-leerlingen hun kinderen hier naar school sturen. Dikwijls vertellen ze mij dan over vroeger. Hoe fijn ze het vonden dat we in de klas poppenkast speelden of toneeltje. Dat vond ik erg belangrijk omdat ze zo op een ontspannen en creatieve manier de Nederlandse taal leerden want veel Brusselse kinderen spreken thuis een andere taal.
Vanwaar komen de meeste leerlingen? En de leerkrachten?
Hilde: de meeste kinderen komen uit Evere, Schaarbeek, Sint-Joost-ten-Node, Brussel, sommige uit Vilvoorde, enkele uitzonderingen komen van nog verder maar omdat de ouders in Brussel werken, brengen ze hun kinderen hier naar school. De leerkrachten komen van heinde en verre: Merchtem, Mechelen, Kessel-Lo, Leuven, Keerbergen, Aarschot, Tienen, Diest … sommigen zelfs uit Limburg. Niemand woont in het Brussels Gewest, behalve ikzelf.
Waarom sturen ouders hun kinderen hier naar school?
Hilde: volgens de ouders is dat omdat de kinderen hier goed worden opgevolgd, omdat er een goeie band is met de leerkrachten en de directie, omdat ze bij ons altijd een aanspreekpunt vinden. Ik vind het zelf ook erg belangrijk dat we er zijn voor de kinderen. Iedere morgen en avond sta ik zelf aan de schoolpoort, zichtbaar voor de mensen. We moeten ons open hart tonen want het hart van de school klopt voor álle kinderen. Aan de schoolpoort word ik vaak geconfronteerd met de meest uiteenlopende vragen en problemen. Dat is niet altijd gemakkelijk maar ik vind aanwezig zijn heel belangrijk. Onze leerkrachten gebruiken ‘questi’, dat is een intern berichtensysteem waar ze de totale ontwikkeling van elk kind in kaart brengen, ook de zorgcoördinator en het CLB maken er gebruik van. Samen willen we onze leerlingen zover mogelijk krijgen.
Werken jullie samen met andere organisaties of instellingen?
Hilde: we werken samen met Brede school, de Witlofkinderen. Dat is een actief netwerk van organisaties uit verschillende sectoren in Evere en de zes Nederlandstalige basisscholen maken er deel van uit. Het doel is de brede ontwikkeling van alle kinderen zowel op school als in hun vrije tijd. Back to school is één van de gezamenlijke activiteiten. Dat is voor alle leerlingen van het 5e en 6e leerjaar. Dit jaar zouden we een promenade organiseren door gans Evere. Iedere school krijgt ook een opdracht. Dat geeft extra werk maar het is belangrijk dat we alle kinderen samenbrengen.
We werken ook samen met Papageno, de gemeenschapsschool van Evere. Er is een aanvraag ingediend bij de VGC voor samenwerking voor een naschoolse activiteit.
Van de bibliotheek van Evere ontvangen we driemaandelijks bibboxen. Onze leerkrachten geven een boekenlijst en de bib zorgt voor de boeken. Dat werkt heel goed. Mocht de bibliotheek dichterbij zijn, dan zouden we met de kinderen naar de bib gaan maar dat is nu te moeilijk. We zijn ook gestart met een eigen bibliotheek op school. Want lezen is héél belangrijk om het Nederlands te promoten.
Met de parochie werken we samen voor vier gebedsdiensten per jaar in de Sint-Jozefkerk : bij het begin van het schooljaar, rond Kerstmis, Pasen en op het einde van het schooljaar. Pastor Tony gaat voor en we hebben een pastoraal werkgroepje om alles voor te bereiden. Op school werken we ook met zogenaamde ‘meters’ en ‘peters’. De leerlingen van het 4e en 5e leerjaar zijn meter/peter voor een medeleerling uit het onthaalklasje of het 1e kleuterklasje. Tijdens de viering zorgen ze voor hun pupil. Dat werkt enorm goed. De groten voelen zich verantwoordelijk voor de kleinen. Ze zorgen echt voor mekaar.
Dan is er ook nog samenwerking met CC Everna en De Kriekelaar voor toneel en film, met Jeugd en Muziek, we steunen de Damiaanactie. Dat leeft echt bij onze kinderen. Jaarlijks verzamelen ze gemiddeld voor 650 euro door de verkoop van stiften.
Organiseert de school ook een schoolfeest?
Hilde: ja, in samenwerking met de ouders die voor allerlei lekkers zorgen. Afstappen van de klassieke dansjes is heel moeilijk want ouders en grootouders zien dat graag. Dit jaar was het thema ‘Film en filmmuziek’, ik liep als Alice uit Wonderland rond en we hadden op de speelplaats enorm veel plezier. Het vroegere pastafestijn is voor het eerst vervangen door een brunch. Dat was een groot succes en volgend jaar hopen we daarbij ook de ouders meer te betrekken.
Wie geeft godsdienstles?
Hilde: de leerkrachten zelf en we gebruiken ‘Tuin van heden’ als methode. We maken het ook zichtbaar dat we een katholieke school zijn. Dit jaar heb ik voor het eerst toegestaan dat enkele kinderen deelnamen aan de ramadan, de vastenmaand voor moslims. Maar we hadden duidelijke afspraken: ze moesten niet in de eetzaal blijven maar ze moesten iets meebrengen om nuttig bezig te zijn. Tijdens die momenten hebben ze mij verteld hoe zij de ramadan beleefden in hun familie en we kwamen tot de vaststelling dat er raakpunten zijn met onze vastenperiode.
Hoe zie je de toekomst van de school?
Hilde: dat onze school verder mag evolueren zoals we nu aan het werk zijn: zorg voor de kinderen komt op de eerste plaats, belangrijk is ook : solidariteit, dankbaarheid tegenover alle leerkrachten. Verder hoop ik op een mooie toekomst voor onze kinderen en dat ze verdienen waar ze recht op hebben.
Bedankt Hilde voor je tijd én je verhaal, zelfs tijdens de vakantie. Geniet van je vakantie en veel succes met de nieuwe start in september!
Ria V.A.