Het maandelijkse zoomgebed had dit keer plaats op het feest van Maria-Lichtmis.
‘Op 2 februari vieren we in de Kerk het feest van de opdracht van de Heer in de tempel, in de volksmond beter bekend als het feest van Maria-Lichtmis. Met dit feest eindigt definitief de Kerstkring. Het wordt gevierd op de veertigste dag na Kerstmis, 2 februari. In dit zoomgebed staan we stil bij de diepere betekenis van dit belangrijke feest.’
Bij dit feest spreekt alles over het licht dat onweerstaanbaar doorbreekt. Daarom ontstaken we ook een kaars bij het begin van het gebedsmoment, en baden we om Gods zegen.
Met het Taizélied ‘Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur, dat nooit meer dooft, vuur dat nooit meer dooft’ werd de overgang gemaakt naar het lezen van het evangelie volgens Lucas.
De centrale figuur in de meditatie die pastor Gino schreef, is de oude Simeon.
Hij onthaalt Maria, Jozef en Jezus in de tempel.
“Toen de ouders het kind Jezus daar binnenbrachten om aan Hem het voorschrift der Wet te vervullen, nam Simeon het kind in zijn armen en verkondigde Gods lof met de woorden:
‘Uw dienaar laat Gij, Heer, nu naar uw woord in vrede gaan: mijn ogen hebben thans uw Heil aanschouwd, dat Gij voor alle volken hebt bereid; een licht dat voor de heidenen straalt, een glorie voor uw volk Israël.’ (Lucas 2,27-32)
Simeons woorden werden ook op grandioze wijze getoonzet door J.S. Bach in zijn cantate ‘Ich habe genug’, geschreven voor Lichtmis 1727, waarvan we een deel van de openingsaria konden beluisteren in het midden van de meditatie.
‘Wat in de tempel gebeurde was niet uitzonderlijk; het was eigenlijk een alledaags gebeuren. Maar bij de oude Simeon gebeurt er iets wonderlijks. Die oude man ziet meer, hij ziet dieper en verder dan het gewone. In een gewoon alledaags tafereel ziet hij de hand van God.
En zo belanden we in zekere zin terug bij het feest van Kerstmis, waarvan Lichtmis de afsluiting is. Met Kerstmis vierden we dat God naar ons toekomt in het verborgene, niet met de grote trom of met groot geweld, maar in de gestalte van een klein kind, op een plek waar je het niet zou verwachten. De grote uitdaging voor elk van ons is om te kunnen kijken met de ogen van Simeon, om dus doorheen dat gewone God te zien. We worden met Lichtmis uitgenodigd om net zoals Simeon meer te zien en dieper te kijken. Simeon doet bovendien nog iets, hij zegent het kind en zijn ouders. Wie dieper kan zien, wie het goddelijke kan ontwaren doorheen het alledaagse, die wordt een zegen voor anderen. Lichtmis gaat over zien, over meer zien, over het zien van het licht doorheen de duisternis.’
Het lied van Huub Oosterhuis ‘Licht dat ons aanstoot in de morgen’ sloot dan ook zeer mooi aan bij de meditatie.
Bij een zoomgebed volgt dan steeds het moment van de voorbede, een moment van stil gebed om alles wat ons ter harte gaat aan God toe te vertrouwen. Wie dit wil, kan een voorbede uitspreken.
En aansluitend mogen we dan telkens het Onze Vader bidden.
Na het slotgebed en de zegen, mochten we nog luisteren naar de mooie muziek met het lied: ‘O nata lux’ (Morten Lauridsen).
Met woorden van dank, zeker ook aan pastor Gino, en de beste wensen voor een rustige avond en een goede nacht, werd dit zoomgebed afgesloten.
We nodigen u graag uit voor het volgende zoomgebed op 24 maart, vooravond van het feest van Maria Boodschap.
Pastor Chris