De laatste tijd erger ik mij steeds meer aan de norsheid van vele mensen op straat. Of je nu in de trein, tram, bus of metro zit, mensen kijken elkaar kwaad aan. Alsof ze boos zijn dat die ander hier ook is. Of is het misschien angst, bang voor de ander, omdat je niet weet wat hij of zij van plan is? Ook op straat bekijken mensen elkaar alsof ze belagers zijn van elkaar. En wanneer je dan eens tot iemand goeiedag zegt, of vriendelijk lacht, dan vinden de meesten dit vreemd, en denken wellicht dat je van een andere planeet komt. Af en toe merk je echter dat met een lach of een hoofdknik het gezicht van de ander ontdooit, en dat jouw groet ook een vriendelijke lach op het gezicht van de ander tevoorschijn tovert. En dan wordt de wereld plots minder vijandig, minder hard en onvriendelijk.
Wij christenen hebben zonet het feest van Pasen gevierd. We krijgen 50 dagen de tijd, tot Pinksteren, om dit feest tot ons te laten doordringen. Een hele tijd, maar we hebben die tijd echt wel nodig. Misschien is het een idee om in deze Paastijd wat meer te proberen om door onze groet of lach ook een vriendelijk gezicht bij de anderen te doen opbloeien. Want christenen zijn ‘verrijzenismensen’, mensen die vol hoop en vertrouwen door het leven gaan, niet angstig, niet ongelukkig, maar vol vreugde. Moest elk van ons nu eens proberen om op die manier onze stad een beetje vreugdevoller en vriendelijker te maken. En misschien is dat ook wel een manier van verkondigen: het is heel eenvoudig en laagdrempelig laten voelen dat we blij zijn dat we er mogen zijn en dat ook die ander er mag zijn. Laten we dus lachende en groetende paasmensen zijn…
Pastor Gino