Het schilderij toont het ons: op de vijftigste dag na Pasen voltrekt zich het wonder van de apostelen, die, dankzij de komst van de Heilige Geest, hun angst overwinnen en naar buiten durven komen om te getuigen van Jezus’ boodschap....
“Zij werden vervuld van de Heilige Geest”. Zo horen we in de eerste lezing (Hand 2,1-11) van Pinksterdag over de apostelen. Ook wij hebben bij ons doopsel de Heilige Geest, de kracht van God, ontvangen. Wat doet Hij met ons, in ons? Van de apostelen horen we dat ze geen schrik meer hebben voor de machthebbers en contact krijgen met mensen van verschillende talen en verschillende culturen. De Geest kan ook ons boven onze bezorgdheid en beperktheid heen tillen. In het Oude Testament gebruikt men voor ‘Geest’ het Hebreeuwse woord ‘roeach’. In het Grieks wordt dat vertaald door ‘Pneuma’. Beide woorden hebben te maken met ‘wind’ en met ‘adem’. Ook het Latijnse woord ‘spiritus’ heeft met ‘adem’ te maken: denken we maar aan ‘respiratie’. De Heilige Geest stuwt ons verder, zoals de wind doet: Hij geeft ons een duw in de rug. Hij geeft ons ook genoeg adem, om het vol te houden als christen. En Hij ‘beademt’ ons: Hij brengt ons weer tot leven, Hij doet ons voluit leven. Hij geeft ‘spirit’ aan ons leven. En ook: ‘inspiratie’.
De Heilige Geest, Gods inspiratie, doet ons ook beseffen wie we zijn en hoe onze relatie met God is: “Gij hebt de Geest van het kindschap ontvangen, die ons doet roepen:”Abba, Vader”. De Geest zelf bevestigt het getuigenis van onze geest: dat wij kinderen zijn van God”. Zo horen we Paulus zeggen in de tweede lezing in dit C-jaar (Rom 8,8-17). Wat wij met onze geest, ons innerlijk, zelf al aanvoelen, dat bevestigt de Geest van God, het inzicht dat God ons geeft, in ons: wij horen bij God, wij hebben een band met Hem, zoals kinderen met hun Vader. Hij laat ons niet los.
Dat weten we sinds en door Jezus Christus. En dat ‘weten’, dat ‘besef’, wordt uitgediept door de Heilige Geest. Want zo zegt Jezus in het evangelie van dit C-jaar (Joh 14, 15-16. 23b-26): “de Helper, de Heilige Geest die mijn Vader in mijn Naam zal zenden, Hij zal u alles leren en alles in herinnering brengen wat Ik u gezegd heb”. De Heilige Geest, het ‘innerlijk werken’ van God, doet ons her-inneren: ons de boodschap van Jezus innerlijk maken, eigen maken, zodat we ze van harte gaan beleven.
“Kom dan, Heilige Geest, en vervul het hart van uw gelovigen. Ontsteek in hen het vuur van uw liefde”. Zo kunnen we bidden met het alleluia-vers van Pinksteren.
Pastor Benno Haeseldonckx