Dit jaar vieren we het Lutherjaar. We herdenken immers hoe de Duitse monnik Maarten Luther op 31 oktober 1517 zijn 95 stellingen op de deur van de slotkerk van Wittenberg timmerde, en hierbij reageerde tegen de mistoestanden die er toen heersten in de Rooms-katholieke Kerk. Vooral het ganse systeem van aflaten, waarbij men zich kon vrijkopen van de boetedoening in het vagevuur, stootte Luther tegen de borst. We komen geen millimeter dichter bij God door ons eigen handelen (of door eigen geld via het betalen van aflaten), zo meende hij. Enkel door geloof en genade kan de mens het heil verwerven. Hiermee had Luther een beweging in gang gezet die niet alleen de leer van de Kerk op zijn kop zette, maar ook het hele middeleeuwse mens- en wereldbeeld. Het luidde het begin in van de Reformatie, en daarbij tevens een radicale tegenbeweging van de Contrareformatie. Misschien vraagt u zich af of wij als katholieken wel dit Lutherjaar moeten vieren. Luther zette zich immer radicaal af tegen de paus en trok heel wat fundamentele theologische posities in twijfel. Is het wel gepast voor ons om dit te vieren? Moeten we heel dat Lutherjaar niet veeleer overlaten aan de protestanten? Laat hen maar vieren! Het is veelzeggend dat paus Franciscus eind oktober jongstleden aanwezig was in het Zweedse Lund om mee het startschot te geven voor dit Lutherjaar. Want na lange tijd lijnrecht tegenover elkaar te staan, zijn reformatoren en katholieken de laatste decennia stilaan beginnen inzien dat ze ook heel wat van elkaar kunnen leren, en dat verscheidenheid vaak eerder een rijkdom dan een minpunt is. Het Lutherjaar nodigt ons uit om over de muur te kijken, muren die we vaak optrekken rond onze Kerk, rond onze gemeenschap, rond ons eigen leven. Laten we deze kans met beide handen grijpen!
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.