Enkele dagen geleden was het nog meer dan dertig graden en pufte iedereen, kloeg van de hitte en droomde van tijden waarin "er weer lucht" zou zijn...
Vanmorgen fietste ik op het vroege uur door de stad met nog vers in mijn oren het weerbericht, dat het vandaag geen twintig graden zou worden, de typische Belgische weercontrasten op enkele dagen tijd, u kent ze wel. Terwijl ik onwillekeurig even moet rillen van de koude wegens 'nog niet aangepast', had ik spontaan neiging om te beginnen dromen over zomerse dagen waarop het wat warmer is.
Hoe typisch is dat toch: onze dromen slaan zo snel om. Nu is het te veel van dit, even later is het te veel van het tegenovergestelde. Echt tevreden met wat er is, gelukkig met wat komt, is toch zo zeldzaam en lijkt op gewone momenten niet voor ons weggelegd.
Het doet me denken aan Jona in het Oude Testament, die aan de stad Ninive moest gaan zeggen dat ze zou vernield worden en die achteraf, als de stad toch gespaard blijft, ontevreden en boos onder een boom blijft zitten. Het is maar op het moment dat hij het geheel kan bekijken - niet langer als zijn eigen project, maar als het project van God - dat hij vrede vindt.
Is dit misschien de sleutel? Zitten we allemaal te dicht op onze eigen huid en kunnen we ons leven te weinig zien als een deel van Gods project? Misschien is het geluk nochtans in die richting te vinden...
Tony, pastor
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.