Enkele dagen geleden kwam het bericht dat de bisschoppen van België zich engageren om niet te investeren in fossiele brandstoffen. Ze doen dat in navolging van de encycliek "Laudato Si" van paus Franciscus, waarin deze oproept tot een meer zorgzame omgang met het milieu. Het is bekend dat fossiele brandstoffen - aardolie (dus benzine, diesel, huisbrandolie...), aardgas, maar ook hout of kolen - een hoeveelheid koolstofdioxide in de atmosfeer brengen, waardoor het klimaat opwarmt en de levenskansen van toekomstige generaties toch wel flink bemoeilijkt worden. De beslissing van onze Bisschoppen om niet meer te investeren in fossiele brandstoffen past wel duidelijk in dat kader.
Het zal sommigen zeker verwonderen. Velen kijken op wanneer ze de Kerk een standpunt horen innemen over zulk thema. Er zijn andere thema's uit de ethiek, die men veel gemakkelijker van het instituut verwacht: als het gaat over het levensbegin of het levenseinde bijvoorbeeld. Men is kerkelijke standpunten in die domeinen veel meer gewoon. Op grond daarvan zal men dan zeggen dat de kerk 'conservatief' is. Uitspraken in de sfeer van het milieu zijn echter behoorlijk nieuw en doen sommigen zeker opkijken. Als men het daarover heeft, moet men de kerk zelfs ronduit progressief noemen.
Het is nochtans maar logisch dat ook over deze terreinen van het leven uitspraken worden gedaan. Is het geloof niet een soort motor, die ons aanzet om na te denken over het geheel van ons leven? Daarbij gaat het niet alleen over de vraag dat ik moet liefhebben. Maar toch evenzeer over de vraag "hoe" ik dat moet doen en welke gevolgen dit liefhebben in mijn dagelijkse praktijk kan hebben. En hoe zou ik toekomstige generaties kunnen liefhebben en tegelijk hun levenskans bedreigen, alleen maar voor mijn eigen comfort?
Het geeft te denken. Maar de insteek is zeker zinvol!
Tony, pastor