Toen ik onlangs een religieuze boekhandel binnenstapte, viel mij op hoeveel boeken over ‘stilte’ er lagen. Stilte is hip en aandacht vragen voor stilte is blijkbaar een teken van de tijd. Ons leven is zo jachtig geworden en we worden zo overstelpt door impulsen die van alle kanten op ons afkomen, dat we nergens nog echt tot rust kunnen komen. En zo zijn we geleidelijk van de stilte vervreemd geworden. Soms zijn we ook bang voor de stilte. We geraken onrustig als we plots geconfronteerd worden met de leegte wanneer er geen geluiden, geen stemmen en geen impulsen zijn. En we willen die leegte dan ook zo vlug mogelijk weer opvullen. Meer en meer mensen nemen het vandaag echter op voor de stilte. Vandaar ook de talrijke boeken erover. Ook zijn er vandaag zogenaamde ‘stiltegebieden’ in de natuur. Het zijn oases van rust die nog niet aangetast zijn door het constante lawaai en waar de wandelaars ook uitgenodigd worden om de stilte te bewaren. Veel mensen trekken naar abdijen, kloosters, begijnhoven, parken, … in de hoop om daar een beetje stilte te ervaren. Er ontstaan stilteplekken in de stad, vaak kerken waar je even tot rust kan komen. Stilte kan gewoon menselijk gezien heel veel deugd doen. Maar ook voor een christen is de stilte van het grootste belang. Zo schreef de Deense filosoof Sören Kierkegaard ooit: “Ik ontdekte dat ik minder en minder te zeggen had, tot ik uiteindelijk stil werd en begon te luisteren. En in die stilte hoorde ik de stem van God.” Door stil te worden laten we dus toe dat de Gans Andere aan het woord kan komen. De komende zomermaanden zijn misschien wel de ideale tijd om onszelf die nodige stiltemomenten te gunnen, en zo in gesprek te komen met Diegene die ons draagt en oneindig liefheeft…