Eind september komt paus Franciscus op bezoek in België. Dit is een bijzonder moment, want het gebeurt niet vaak dat de paus Europese landen bezoekt. Zijn bezoek vindt plaats van donderdagavond 26 september tot zondagmiddag 29 september en staat vooral in het teken van de viering van de zeshonderdste verjaardag van de KU Leuven en de UCLouvain. Vele mensen, zowel in België als daarbuiten, kijken vol verwachting uit naar zijn komst. Een van de hoogtepunten van het bezoek zal de eucharistieviering zijn, die op zondagochtend 29 september om 10 uur plaatsvindt in het Koning Boudewijnstadion in Brussel. Naast het officiële programma zijn er ook verschillende andere activiteiten gepland, waaronder een speciaal jongerenprogramma op zaterdag 28 september.
Naar aanleiding van dit bezoek gaan we samen met de leerlingen ontdekken wie de paus is en wat hij doet. We doen dit door met de leerlingen in gesprek te gaan, te werken rond uitspraken van de paus, en de leerlingen de kans te geven om een persoonlijke boodschap naar de paus te sturen. Zo leren de leerlingen niet alleen meer over de paus, maar ook over wat hij belangrijk vindt voor de wereld en voor ons.
Ook al maakt Paus Franciscus vele reizen, een pausbezoek in eigen land is vrij uitzonderlijk. Sommige jonge kinderen zullen hier in de komende weken iets over opvangen. Aan anderen zal het voorbij gaan. Het is in superdiverse klassen niet zo gemakkelijk om te verduidelijken wat een Paus eigenlijk is of doet. Vandaar dat deze lesimpuls een andere insteek uitwerkt. We introduceren Paus Franciscus als een van de vele opvolgers van Petrus (de eerste paus). Op die manier onderzoeken we hoe de Paus voor Christenen een persoon is die de verantwoordelijkheid heeft om het verhaal van Jezus te openen. Die de poort naar het Rijk Gods al op een kiertje kan zetten, hij heeft er immers de sleutels voor in handen.
Een aanbod dat aansluit bij de Vredesweek
Gesprokkeld uit het leerplan Het onderstaande heeft niet de bedoeling om op ‘zo veel mogelijk’ te focussen, maar wil mogelijke aanknopingspunten in beeld brengen. De bewust keuze van de leerkracht kan een verschil maken…
Eerste graad:
Uit ‘Maar ik kan niet alles – grenzen en werkelijkheidsbesef’: Kinderen weten dat gelovige mensen verder kijken dan grenzen
Uit ‘Dragen en gedragen worden’: Kinderen kennen christenen die ‘dragers’ zijn
Uit ‘Op verkenning in de natuur’: Kinderen weten dat gelovige mensen de aarde beschouwen als Gods schepping
Uit ‘Ik wil het goede doen’: Kinderen erkennen dat liefde voor de ander basis voor het goede
Uit ‘Liturgisch-pastoraal jaar’: aansluiten bij inspirerende figuur van Sint-Franciscus
Tweede graad:
Uit ‘Conflicten’: Kinderen zien dat conflicten ook nieuwe kansen in zich dragen
Uit ‘Mens en natuur: gave en opgave’: Kinderen ontdekken dat joden en christenen de natuur zien als schepping van God
Uit ‘Mens en natuur: gave en opgave’: Kinderen horen een oproep om de natuur te respecteren en te behoeden
Uit ‘Gewetensvol handelen’: Kinderen ontdekken wat mensen in beweging zet om ‘goed’ of ‘kwaad’ te handelen
Derde graad:
Uit ‘Wat maakt mij gelukkig? Wie wil ik worden?’: Kinderen zien dat christenen het geluk zoeken in Jezus’ visioen van het Rijk van God
Uit ‘Grenzen van het leven’: Kinderen komen tot besef dat christenen van vroeger en nu tot engagement komen omdat ze gehoor geven aan het roepen van ‘mensen aan de rand’
Uit ‘Bewogen worden en in beweging komen’: Kinderen ontdekken waardoor mensen bewogen worden en hoe ze in beweging komen
Uit ‘Bewogen en zoekende mensen vinden elkaar’: Kinderen ontdekken dat christelijke geloofsgemeenschapppen al tweeduizend jaar lang mensen samenbrengen en hen de kans geven ten volle te leven
Uit ‘Samen leven tussen werkelijkheid en droom’: Kinderen begrijpen dat ook zij aangesproken worden om zich te engageren voor de samenleving
Uit ‘Verantwoordelijkheid en engagement’: Kinderen herkennen in het engagement van mensen het antwoord op een uitdaging die van binnen en/of van buiten kan komen – Weten dat een christelijk engagement steunt op een sterk vertrouwen in de toekomst (bij: Kinderen ontdekken dat elk engagement in christelijk perspectief een vorm van zelfgave inhoudt)