Getuigenis van zr. Hilde Flobert
Op 28 sept maakte ik een heel mooie huwelijksviering mee in Herzele. Sarah woonde 2 jaar in ons Caminohuis en werkt als oncologe in het UZ. Het eerlijk geloofsgetuigenis van haar en Joël ontroerde me diep . Veertien uur later, om 5u ’s morgens, landde ik samen met zr Noëlla, Lieve en Mariette in Rwanda … een totaal andere wereld.
Ik kreeg een krop in mijn keel als het vliegtuig de grond raakte en wist dat mijn hart opnieuw beroerd zou worden en dat de tegenstellingen mijn gemoed weer zouden verwarren. In dit ‘land van de duizend heuvels’ steekt de schoonheid van de natuur immers sterk af tegen de extreme armoede en lijkt de kloof tussen rijk en arm alleen maar groter te worden. Toch is Rwanda voor ons ook het land waar in 1932 de eerste vijf zrs. bernardinnen met de boot aankwamen om in Kansi een eerste gemeenschap te stichten. Ondertussen zijn er acht gemeenschappen, verspreid over zes districten, waar zusters leven, bidden en werken tussen en met het volk dat hen zo dierbaar is.
In de gemeenschap van Kigali voelen we ons helemaal verwacht. We worden met vreugde, dans en zang onthaald, we zijn meteen echt thuis bij onze medezusters. We weten ons immers verbonden door eenzelfde roeping, geworteld in eenzelfde spiritualiteit, gedragen door het geloof in eenzelfde God.
Ook hier is het ‘Imana’ die met Zijn aanwezigheid het verleden, het heden en de toekomst aan mekaar rijgt.
Het eerste doel van ons verblijf was het samenkomen met de plaatselijk verantwoordelijken van de acht gemeenschappen en een vertegenwoordiging uit Burkina, Tsjaad en België. Het thema was ‘het gemeenschapsleven’, de zorg voor de beleving van de ‘communio’ onder mekaar. De kleine goedheid en de verzoening zijn ook hier als cement van het samenleven. De trouw aan het gebed en de liturgie vormen de dragende grond voor onze religieuze en menselijke roeping. Zo delen we-over de grenzen heen- in de zending van de congregatie en van de kerk: zowel persoonlijk als vanuit de gemeenschap.
We lieten ons natuurlijk inspireren door Bernardus en Benedictus, maar ook door paus Franciscus, Bianchi, Jean Vanier .. De teksten die we vooraf lazen gaven ons woorden om met mekaar ons zoeken en verlangen te delen.
De gemeenschap als ‘school van liefde’ waarin we leerling blijven ‘met Christus als enige Meester' (Bernardus, Div. 121,1) blijft een levenslange oefen-school.
Met vallen en opstaan groeien we zo in de kunst van het ‘liefhebben zonder maat’, een weg van het ik naar het ‘wij’, de diversiteit als rijkdom. Zo wordt een gemeenschap een plaats van feest én van verzoening. (Jean Vanier, La communauté. Lieu du pardon en de la fête. Editions Fleurus, 1998)
Ook andere thema’s stonden op de agenda: het beleven van de interculturaliteit binnen en over de landsgrenzen heen, deelnemen aan de universele zending van de kerk: waartoe worden we als zrs. bernardinnen geroepen, vandaag en morgen, hier en in Afrika? De toekomst ligt voor ons, ons religieus engagement als gave van de H. Geest roept ons op te blijven zoeken naar een authentiek antwoord.
Maar, naast ons vergaderen waren er ook de vele kansen tot ontmoeting in de verschillende gemeenschappen. We konden heel wat van hun apostolaatswerken bezoeken, waar de zorg voor de armsten, de meest kwetsbaren centraal staat. Kleuter-, lager-, secundair -en hoger onderwijs, inclusief onderwijs, zorg voor gehandicapten, aidspatiënten, kinderen zonder thuis, medische zorgverlening in gezondheidscentra, landbouwprojecten … Naast de professionaliteit raakt me vooral de vooral de grote bewogenheid waarmee onze Afrikaanse medezusters zich helemaal geven. Zo beleven ze ons charisma: ‘God zoeken en elke mens ontmoeten als beeld van God’.
Er wordt veel verwacht van onze zusters daar, de eisen van de staat op vlak van diploma’s zijn zwaar: velen van onze zusters moeten naast hun voltijdse opdracht ’s avonds of in het WE bij-studeren om het vereiste diploma te halen voor de verantwoordelijke taak die ze opnemen. Hier delen ze in de eisen die ook aan de bevolking gesteld worden. En toch -doorheen alles- stralen zij vreugde uit, beleven ze de liturgie echt als ‘une fête de joie’, proberen ze authentieke gemeenschappen van religieus leven te vormen, ‘gezonden om te dienen’ .. binnenhuis en buitenshuis.
Deze gemeenschappelijke zending, doorweven met de spiritualiteit van Bernardus verbindt ons over de grenzen heen, tot één congregatie.
Elke gemeenschap bij wie we te gast zijn laat ons iets ervaren van hun volgehouden moed en vreugde en laat ons proeven van hun gulle gastvrijheid: “dans ce gâteau, nous avons caché notre amour, cherchez-le dans votre morceau... ” zo komen de jongeren in Butare dansend binnen met hun zelfgebakken taart. Overal vertrekken we, naar hun aanvoelen, véél te vroeg en moeten we zo vlug mogelijk terugkeren.
Samenkomsten als deze zijn een bemoediging voor hen en voor ons en doen ons beseffen dat God toekomst blijft schrijven met zijn kerk, met onze congregatie, met elke mens.
Vertrouwend op Gods Geest willen we deze toekomst tegemoet treden, schroomvol maar ook vertrouwvol, nederig zoekend naar het antwoord op Zijn roeping voor morgen en overmorgen.