Meimaand is Mariamaand. We kunnen nu niet als groep samenkomen, maar we nodigen jullie wel uit om op een wandeling even stil te houden bij één van de talrijke kapelletjes die West-Vlaanderen rijk is. Wij stellen jullie enkele (Westvlaamse) kapellen voor en bieden ook een inkijk in de tradities/initiatieven die gegroeid zijn rond een aantal kapelletjes.
En…. Hebben jullie op je parochie een kapel die je graag eens in the picture wilt zetten? Laat het ons zeker weten op brugge@ccv.be! Wij zorgen ervoor dat ze de nodige aandacht krijgt!
Wat gebeurt er in onze bedevaartsoorden nu de bedevaarten niet kunnen doorgaan?
We gingen in gesprek met pastoor André Monstrey van de Pastorale Eenheid Onze-Lieve-Vrouw van Dadizele-Moorslede-Slypskapelle. Het Rosarium in Dadizele is van heinde en ver bekend. De pastoor confronteert ons met de “naakte” cijfers. De coronacrisis zorgt ervoor dat zestig groepen uit WZC’s en een honderdtal andere groepen niet als groep op bedevaart kunnen komen naar Dadizele. Alle vieringen –en dat zijn er nogal wat, zeker in de meimaand- zijn geschrapt en al wie zin heeft in een kopje koffie of een dagschotel na een bezoek aan het heiligdom is er aan voor de moeite… Alles is potdicht…
En toch klinkt de pastoor niet negatief. Integendeel. De Basiliek en het Rosarium zijn open voor iedereen. In de Basiliek is er een tentoonstelling over hoe ze eruitzag tijdens de eerste en tweede wereldoorlog. Ook toen waren er geen vieringen. Tijdens de eerste wereldoorlog deed de basiliek dienst als kliniek waar de gekwetsten van het front naar toe werden gebracht. De toren van de basiliek werd gebruikt door de Duitsers als uitkijkpost. In de omgeving van de basiliek heerste niet ‘het blijf in uw kot principe’. Iedereen was nl. gevlucht. Nu is men bang voor een onzichtbare vijand, toen was die zeer zichtbaar…
Ondanks het feit dat de vieringen niet doorgaan, komen er dagelijks in de Basiliek en in het Rosarium behoorlijk wat mensen. Ze maken in en rond het heiligdom wandelingen, steken kaarsen aan en bidden bij het Mariabeeld. In wat ze doen, tonen ze wat een bedevaart in essentie is. Het betekent letterlijk biddend op weg gaan. Op weg –in dit geval- naar Maria bij wie ze zich geborgen weten.
Dat mensen er niet alleen voor staan en dat ze zich geborgen mogen weten, blijkt ook uit de prachtige psalm 121. Die psalm begint als volgt :
“Omhoog naar de bergen richt ik mijn ogen naar de Heer.”
In deze bij momenten verwarrende en angstige tijden heeft pastoor Monstrey juist dit vers uitgekozen om op te hangen in de Basiliek. Het zal ongetwijfeld een hart onder de riem betekenen voor iedere bedevaarder en iedere bezoeker die de kerk en het Rosarium aandoen.
Met dank aan pastoor Monstrey voor het gesprek.