Secularisatietheorie
In dit filmpje start het gesprek bij het postrevolutionaire klimaat waarin de secularisatie voltooid is. De geloofscrisis wordt verbonden met het begrip secularisatie. Maar wat betekent secularisatie en hoe wordt dat fenomeen verklaard?
Betekenis
De term ‘secularisatie’ heeft vier betekenislagen:
- De term is afgeleid van de Latijnse term saeculum (eeuw, een menselijk tijdsconcept). Saeculum staat tegenover een andere Latijnse term eternitas (het eeuwige leven) en de term eschaton (het einde der tijden). Bij deze twee termen is het menselijk tijdsconcept niet van belang. Saeculum gaat over de tijd zoals wij mensen die ervaren en beleven. Het is de tijd van deze wereld.
- In het middeleeuwse kerkelijk recht verwijst de term saecularizatio naar het uittreden van een monnik uit zijn klooster om naar de wereld terug te keren.
- In de periode van de reformatie (16de eeuw) verwijst de term naar het beslag leggen op kerkelijke eigendommen en het herbestemmen van kerkelijke bezittingen, bijvoorbeeld de herbestemming van een klooster tot ziekenhuis of het verkoop van kerkelijke goederen voor burgerlijke doeleinden. Secularisatie heeft hier eerder een materiële betekenis.
- Aan het einde van de negentiende eeuw krijgt het begrip secularisatie een politieke en maatschappelijke betekenis. Secularisatie duidt op een overgang van een religieus naar een profaan niveau. Het geloof verliest meer en meer invloed in de samenleving en het persoonlijk leven.
Vanuit deze vier betekenissen kan secularisatie beschreven worden als:
- Een terugtreden van de religie uit de politieke ruimte, zoals bijvoorbeeld duidelijk wordt uit de scheiding tussen kerk en staat en uit het verlies aan maatschappelijke invloed van het geloof (publieke domein).
- De achteruitgang van het individuele geloof (privédomein).
Verklaring
De oorzaak van secularisatie kan volgens Guido Vanheeswijck op 2 manieren verklaard worden:
- De klassieke secularisatietheorie
Secularisatie is volgens deze verklaring het resultaat van rationele en wetenschappelijke vooruitgang. In de ogen van de wetenschappen is religie irrationeel. Er ontstaat zo een onoverbrugbare kloof tussen de irrationale religie en de rationele wetenschap. De modernisering van de samenleving (de groei van de wetenschappelijke kennis op alle niveaus en de ontwikkeling van de technologie, de overgang van een agrarische naar een industriële en postindustriële samenleving, de verstedelijking, de ontwikkeling van een welvaartsstaat, …) draagt bij aan de verdwijning van de religie. In deze verklaring laat de moderne samenleving de religie achter zich.
- Alternatieve secularisatietheorie
Secularisatie is het gevolg van de christelijke religie zelf en is er sterk schatplichtig aan. Religie en secularisatie zijn geen twee tegengestelden zoals de klassieke secularisatietheorie stelt. Het christendom draagt in zich de kiemen van de secularisatie omdat het de godsdienst van de incarnatie is. Het geloof in de menswording van God is een geloof dat het concrete leven zou moeten doordesemen. Christenen worden hierdoor opgeroepen om te leven in navolging van Christus. Het geloof heeft een inspirerende kracht. Maar door een groeiend klerikalisme werd dit geloof geleidelijk een theoretisch abstract geheel van regels en concepten, een preuts geloof van het fatsoen waaraan de zogenaamde gelovigen zich moesten conformeren en de ermee verbonden verplichtingen op gezette tijden dienden na te komen. Deze evolutie heeft het voor hedendaagse westerlingen almaar moeilijker gemaakt om de aanwezigheid van het goddelijke te herkennen in het alledaags leven.
In de klassieke verklaring is het fenomeen van de secularisatie een logisch vervolg van de moderne ontwikkeling van de rationaliteit. De aanhangers van de alternatieve secularisatiethese laten zien dat juist een aantal fundamentele veranderingen in de beleving van de religieuze cultuur uiteindelijk de secularisatie van onze hedendaagse leefwereld mogelijk hebben gemaakt.
Welke theorie je nu volgt, in beide gevallen is de uitkomst hetzelfde. We leven in een postrevolutionair klimaat waarin het spreken, het nadenken over en geloven in een transcendente werkelijkheid definitief afgedaan lijkt te hebben. Wellicht zwijgen gelovigen daarom. Maar dit hoeft niet het uiteindelijke lot van God en het geloof te zijn.
Bron: G. Vanheeswijck, Onbeminde gelovigen, Kalmthout, Polis, 2019, p. 49-89.